zaterdag 18 februari 2012

Op bezoek bij… Anneke Starrenburg

Ze startte pas op haar 37e jaar met hardlopen. Sloot zich spontaan aan bij een 10 kilometergroep en werd later soepeltjes derde op de 5 kilometer bij de toenmalige Jan Knijnenburgloop in Maasdijk. ‘Ik dacht dat dat normaal was, maar dat was helemaal niet zo!’ proest ze lachend uit. Aan het woord is Anneke Starrenburg, nu 53 jaar, woonachtig in Honselersdijk. ‘Fulltime vrijwilliger,’ antwoordt ze als er naar haar beroep wordt gevraagd. Een leuke, vlotte vrouw met een bijzonder verhaal.

Lopen in balletpakje
Het is allemaal begonnen toen ze jaren geleden door Gerard Jansen, voorzitter van het Lopersproject, werd gevraagd zich als fysio therapeute bij het project in Poeldijk aan te sluiten. ‘Ik dacht meteen ‘O, wat leuk!”! Ik wilde meelopen en kocht schoenen. Dat waren Nikes van 25 gulden,’ lacht ze weer. ‘Ik stapte zó de 10 kilometergroep in bij Peter Aalbrecht. Ik was altijd al erg sportief. Als kind sportte ik soms wel 30 uur per week. Omdat ik een aantal knieoperaties had gehad, raadde de chirurg me het hardlopen af, maar ik dacht dat hardlopen wel een goeie training voor mijn knie zou zijn. Daar moest ik helaas op terugkomen, want ik kreeg toch weer last. Daarom ging ik toch maar een kortere afstand lopen. Als ik terugdenk aan die keer dat ik 3e werd op de 5 km bij de Jan Knijnenburgloop… ik droeg geloof ik een soort balletpakje met een korte broek er overheen, hahaha! Er was helemaal nog geen hardloopkleding zoals we die nu kennen.’

Marathon
Anneke had geweldig veel plezier in het hardlopen. Na die beruchte winst in Maasdijk werd ze gevraagd lid te worden van Olympus ’70. Daarnaast trainde ze ook bij de Santini Runners. Met haar knie ging het inmiddels beter. ‘Ik ging met rasse schreden vooruit en op mijn 42e won ik voor het eerst het Zuiderstercircuit. Dat was een serie hardloopwedstrijden van 10 km en de halve marathon. Ik dacht toen dat ik nu ook maar eens een marathon moest gaan lopen. Met een groep gingen we gezellig trainen. Bij de eerste marathon die ik liep in Rotterdam was ik de 100e dame die de finish passeerde.’
Anneke liep ook marathons in Rome, Berlijn en New York. Allemaal één keer. Op de vraag welke marathon ze nu het leukste vindt, volgen steeds nieuwe antwoorden, waarna ze concludeert: ‘Ik kan niet kiezen. Ze zijn allemaal leuk!’

Winnen hoeft niet
Om PR’s en tijden geeft ze niet. ‘Ik doe er ongeveer 3.30 tot 3.45 over, maar mijn doel is: uitlopen en heel blijven. In Berlijn ben ik mijn chip verloren, maar daar geef ik helemaal niks om. Het lopen van een marathon is gewoon een feest. Wat ik nu zo leuk vind aan hardlopen? Ik vind het geven van trainingen erg leuk. En als ik voor mezelf hardloop, dan raakt mijn hoofd lekker leeg. De beste ideeën ontstaan tijdens het hardlopen. Ik kan dan alles goed op een rijtje zetten.’ Peinzend kijkt ze even voor zich uit. Dan zegt ze plotseling lachend: ‘Ik ben van boerenafkomst en moet iedere dag even gelucht worden! Ik ben iemand die lekker bezig wil zijn; ik heb een “looplijf” en wil iedere dag lekker naar buiten. Winnen hoeft niet, maar ik doe wel mijn best hoor! Ga wel achter iemand aan als ik ingehaald word.’

Meeuwen Makrelen Loop
Een paar weken geleden werd Anneke nog derde in de Puinduinen. Ze houdt van crossen en heeft een hekel aan lange, rechte stukken lopen. Met plezier vertelt ze over de “Meeuwen Makrelen Loop. Een kleinschalige loop die jaarlijks op het Zuiderstrand van Scheveningen wordt gehouden. Daar werd ze de laatste keer tweede. Iedereen krijgt na afloop een makreel mee naar huis. ‘Dat is zó enorm gezellig!’ vertelt ze met glinsterende ogen.

Pech
Toch gaat bij Anneke niet altijd alles voor de wind. Enkele jaren geleden had ze de pech te vallen tijdens de wintersport. Die val had ernstige gevolgen. ‘Ik viel nog niet eens terwijl ik aan het sporten was,’ legt Anneke uit, ‘ik gleed gewoon uit en scheurde daarbij alle pezen van mijn duim.’ Operaties aan haar beschadigde duim en schouder volgden. Spierdystrofie maakt haar het leven niet gemakkelijk. ‘Ik heb mijn goeie en mijn slechte dagen. Er zijn dagen dat ik veel pijn heb en slecht slaap. Er is geen stabiel beeld. Mijn werk als fysio therapeute kan ik niet meer uitoefenen. En ach, ik heb 30 jaar gebuffeld,’ vergoelijkt ze. ‘Ik doe er alles aan om de pijn te verminderen en heb mijn draai wel weer gevonden. Ik doe veel voor Olympus, maar als ’t niet gaat, dan gaat ’t niet. Daar ben ik heel realistisch in. Ik heb zo nu en dan een off-day, maar het heeft geen zin om bij de pakken neer te zitten. ’t Is een kwestie van pech, maar ik ben niet zielig!’ zegt ze met klem. ‘In mijn praktijk heb ik vroeger veel kankerpatiënten behandeld. Dat is echt erg, als je die ziekte hebt. Ik ontmoet altijd weer positieve mensen. Ik heb gewoon geen zin om stil te zitten. Ga een training geven en dan zie ik wel weer…’

Sportieve familie
Ook nu geeft ze een positieve draai aan het gesprek. Op de vraag of ze uit het Westland komt, volgt een warme spraakwaterval. ‘Nee, ik ben geboren in Friesland. Zoals ik al zei, stam ik uit een boerengeslacht, maar mijn vader was geen boer. We woonden in Koudum, aan ’t IJsselmeer. Ik heb 6 broers en 2 zussen en ik kan wel zeggen dat ik een sportieve familie heb. Mijn vader heeft bijvoorbeeld tot zijn 67e gevolleybald. Hij vond het belangrijk dat we allemaal gingen sporten. En dat doen we allemaal nog steeds. Ik heb een leuke jeugd gehad, ik was altijd buiten en we deden veel met elkaar. Nu nog steeds. Lange tijd gingen we ieder jaar met z’n allen naar de Ardennen om te mountainbiken. Nu doen we dat niet meer, maar we gaan soms nog wel wandelen of toertochtjes maken. Mijn vader was jurylid bij de Atletiekunie. Ik heb een keer in Groningen gelopen, terwijl mijn vader jurylid was. Hij stond te springen toen ik finishte, dat vond ik zó leuk!’
Na haar trouwen ging ze met haar man, beter bekend als tandarts Starrenburg, in Honselersdijk wonen. Ze kregen twee zonen en een dochter. De kinderen hebben de leeftijd bereikt waarop ze zelfstandig worden. ‘Ik kijk uit naar een leuke toekomst en ik kan nu al terugkijken op een leuk leven. Ik heb niet alleen voor mezelf geleefd,’ besluit ze kordaat het gesprek. Een uurtje later rent ze alweer met een vriendenclubje door het Westland. (Joke Wageveld) © 2012 Tekstbureau Westland

1 opmerking:

  1. Harry Reynaers2 juni 2013 om 14:57

    De positieve houding welke blijkt uit het artikel en haar voor het eerst meemakend tijdens de brabantse walmarathon vind ik haar een inspirerende vrouw en in haar categorie een topatlete.Hoop dat je nog heel lang mag blijven lopen."We worden pas oud als we stoppen met lopen"Als je wat minder snel word blijf je de "mooiste"en most inspiring.

    BeantwoordenVerwijderen