dinsdag 2 april 2013

Tante

Mijn telefoon ging tijdens het shoppen. Zoals bijna altijd was ik weer te laat met opnemen. Op de voice mail: Tante. Onduidelijk verhaal. Ik begreep dat ze “mijn stukkie” had gelezen en of we nog eens langskwamen. Toen ik het berichtje nog eens wilde beluisteren, was het van mijn mobieltje verdwenen. Vreemd hoor.

Nu hadden we haar al een paar keer bezocht, maar iedere keer geen gehoor. Tante is ondanks haar hoge leeftijd nogal uithuizig. Toch maar weer een poging gewaagd en deze keer was het wel raak. Ze stond ons al in de deuropening op te wachten.

‘O wat leuk zeg, daar zijn jullie dan. Moet je koffie? Ja ik dacht nog: ‘Wie staan daar nou weer aan de centale voordeur?’ Kan ik zien met deze camerahuistelefoon, heb je wel nodig tegenwoordig, er lopen wat duistere types rond hoor, die het op oude mensen hebben voorzien. Goh leuk zeg, kon je je auto nog een beetje kwijt, koffie was het toch? Leuk hoor. Ja, morgen word ik negentig, wat een leeftijd niet? En het is allemaal zo snel gegaan, maar ik ben gelukkig nog gezond hoor, ik heb alleen last van eczeem, hierzo tussen mijn vingers en op mijn hoofd. Tsja familiekwaaltje, net als astma. Heb ik ook regelmatig last van, leuk hoor dat jullie er zijn, koffie was het toch? Zal meteen een bakkie gaan zetten.  Nee, ik heb geen puffer tegen die astma, want daar zit weer een stofje in waar ik niet tegen kan. Zat ook in bloeddrukpilletjes en toen zei de dokter:  ‘Dan doen we maar helemaal geen pilletjes meer.’ Ja, lopen gaat wat moeizamer, maar ik mag niet klagen hoor, verders is alles nog goed. Mijn gehoor is nog prima, mijn verstand. Nou zeg, sta ik maar te kletsen, zal nou eerst maar eens een koppie koffie gaan zetten, haha, ja ik zet nog gewoon ouderwets koffie in een potje, niet met zo’n modern ding met van die padjes, maar dat vinden jullie toch niet erg zeker. ’t Is me niet allemaal komen aanwaaien hoor, we hebben het erg arm gehad vroeger, maar ja wat willie. Ome Jan was gelegerd in Naaldwijk en toen kregen we verkering. Hij verdiende niet veel en toen we gingen trouwen, zijn we bij zijn moeder gaan inwonen. Ik trouwde in een geleende jurk van een vriendin uit ’s-Gravenzande en hij had een zakkenpak aan. God, wat een arremoe allemaal, maar je hoort mij niet klagen hoor. We hebben ons ondanks alles toch staande weten te houden en zijn er bovenop gekomen. Ik voel me de koning te rijk hier in mijn aanleunflatje. Ik ben in mijn leven een keer of negen verhuisd en vind het wel goed zo. Kijk eens, hier is de koffie. Wil je er een koekie bij? Hierzo deze moet je nemen, die is lekker. Ja, mijn zoon Piet en zijn vrouw hebben alvast boodschappen voor me gedaan. Voor mijn verjaardag, niet dat het druk wordt, de kinderen komen  morgen, de kleinkinderen overmorgen.  Ik kan niet veel drukte meer hebben.  Ja, ik ben zelf nogal druk hihihi!  Lekker koekie niet? Komen van de supermarkt hieronder, handig hoor zo’n klein winkelcentrum vlak in de buurt, al kom ik er steeds minder, want lopen wordt steeds lastiger ja. Goh, ik vind het zo leuk dat jullie er zijn zeg, ja, ik kreeg jouw stukkie onder ogen, bracht Piet mee, die zag het in de krant staan. Die woont in Wateringseveld en daar wordt die krant ook bezorgd. Zegt ie: ‘Moet je nou eens lezen, is van Joke.’ Leuk hoor, dat ken jij wel, van die stukkies schrijven. Nog een koekie? Zal ik nog een bakkie inschenken?  Da’s wel weer makkelijk met zo’n ouderwetse koffiepot natuurlijk, dat je altijd alvast een extra bakkie koffie klaar hebt staan als je daar trek in hebt. Ja, je stukkie is nou bij mijn dochter Petra. Die heb ik het meegegeven. Fijn hoor, komt iedere week bij me schoonmaken. Is wel anderhalf uur rijden, zeker met die slechte pad van de laatste maanden. Dan zeg ik:  ‘Meid, als je het niet meer ziet zitten, zal ik daar niks over zeggen hoor, dan regel ik wel wat anders.’ Maar dan zegt ze: ‘Moe ik doe het met plezier.’ Ach ja, zo zie ik haar gelukkig nog regelmatig en dat geldt ook voor de anderen. Piet is met prepensioen, die had geluk dat ie er nog uitkon Mijn andere zoon werkt nog, maar die is het best wel zat. Hij werkt al vijftig jaar onafgebroken. Komt iedere week een keer bij me eten als ie uit zijn werk komt. Hij werkt in Capelle en dan doet ie er soms wel twee uur over met het openbaar vervoer naar hier, ’t is toch wat. Zo, hier is nog een bakkie , neem er nog een lekker koekie bij, kan jij wel hebben, je bent niks te dik. Goh leuk hoor, dat jullie er zijn. Ja ik ken het Westland niet meer terug, zo ben ik al jaren niet meer in Naaldwijk geweest. Er is in de loop van de jaren zoveel veranderd. O, staan er achter jullie huis ook al huizen, ja die tuin was vroeger van een Vijverberg of van een Groenewegen. Maar ja dat waren katholieken, daar trokken wij niet zoveel mee op. Dat had je zo vroeger hè. Lust je nog wat anders, een glaasje limonade of heb je liever een wijntje?  Dan moet je dat zelf maar effies pakken. Azzie er dan eentje neemt, dan lust ik er ook wel eentje, maar in een klein glaasje hoor, anders zit ik strakkies in mijn stoel te slapen hihi! Mooie stoel nietwaar? Heb ik van de kinderen gehad voor mijn verjaardag, Tsja wat moet een oud mens vragen voor haar verjaardag. Ik heb weet ik hoeveel spullen naar de kringloopwinkel gedaan, maar mijn ouwe stoel was versleten, dus ik vond het wel een goed idee en hij zit heerlijk. Hebben ze nog met korting gekocht ook. Ik heb hier een prachtig uitzicht. Daar is het station van Randstadrail, tot kort geleden reisde ik veel met die tram. Samen met een vriendin. We kwamen overal, tot in Kijkduin. Maar ja, die vriendin is veertien dagen geleden ineens overleden. En vindt dan maar weer een nieuwe vriendin waarmee je van die toggies kan ondernemen. Je wordt toch ook steeds minder mobiel. Hier pak nou nog een koekie. Gaan jullie nog op vakantie? O, da’s een mooie reis zeg. De man van een ouwe vriendin van me is daar nu ook naar toe, dat is hoe heet zo iemand ook al weer... een wolkenkrabber, nee een globetrotter, een wereldreiziger. Die reist ieder jaar in zijn eentje met een fiets en een tentje door een land. Verleden jaar is ie drie maanden naar IJsland geweest, maar dat vond ie toch wel een beetje een kouwe bedoening, daarom is ie dit keer drie maanden naar een warmer land. Zijn vrouw vindt het best zo, ze zijn al 45 jaar getrouwd, vroeger werkte hij bij een keukenboer. Verkocht ie nieuwe keukens aan jan en alleman, maar zijn vrouw heeft nooit een nieuwe keuken gekregen hihi. Nou neem je nog een koekie mee voor onderweg? Leuk dat ik jullie gesproken heb, weten we weer wat van mekaar. Kijk ie uit onderweg? Het is ook zo druk met verkeer tegenwoordig, nou dáág, kom gauw maar weer eens langs…’

Doen we tante. Met alle liefde. Daar is geen discussie over mogelijk…

De lenter komt

'Krokeledokus de lenter komt, lenter komt, hopsasa!’ Een vrolijk en tijdloos kleuterliedje. Mijn dochter zong, toen ze nog een klein kleutermeisje was, dat liedje altijd een paar weken achter elkaar luidkeels op ieder (on)gewenst moment van de dag.

Dat versje had ze op school geleerd en nee het is geen drukfout, u las het goed, ze zong inderdaad “lenter”. Dat kwam waarschijnlijk door de kleuterlogica dat winter, lenter en zomer iets met elkaar te maken hebben en dus allemaal op een ‘r’ eindigen.
Krokussen, lente. Het maakt hele volksstammen blij. Dat bleek maar weer verleden week. Die paar dagen dat het alvast een beetje  lente was. Weg met de donkerte en de kou. Daar hebben we tot aan begin maart wel weer lang genoeg in gezeten, is de algemene mening.  Geldt zelfs voor de mensen die zich vanaf half november verkneukelen over de komende donkere dagen voor kerst. De schaatsers die genieten van vrieskou. Om de elfsteden op de schaats te doen moeten ze voorlopig weer minstens driekwart jaar wachten. En ook de aanhangers van die gezellige winterse dagen waarbij men met z’n allen aan de warme chocomel  zit en een spelletje mens- erger- je -niet speelt, terwijl het buiten vriest dat het kraakt, zijn die spelletjes zat. Op naar buiten. Ook zij kijken inmiddels reikhalzend uit naar het voorjaar. Neem dat maar van me aan.

Lente. Het maakt iedereen blij. Iedereen? Nou ja, bijna iedereen. Misschien dat de schaatsenslijpers in de regio het allemaal wat minder geslaagd vinden dat er geen ander ijs meer is te vinden dan dat in de ijssalons van Westland. Hoewel, de meeste van die schaatsenslijpers zijn daarnaast rijwielhandelaar en zien dus met het stijgen der temperaturen de omzet navenant stijgen. Want, massaal trekken we de fiets weer  uit de schuur voor een ommetje om er achter te komen dat ons stalen ros ofwel aan vervanging toe is of een goeie onderhoudsbeurt kan gebruiken. In beide gevallen handel voor de zwoegende fietsenmaker.
En over die ijssalons gesproken, waarvan we er een toenemend aantal hebben gekregen de laatste jaren in het Westland, ook daar neemt de stroom klanten die even wil genieten van een ijskoude traktatie in de zon weer hand over hand toe. Zo heb ik al weer een heleboel mensen likkend en slikkend aan hun ijsjes zien zitten op de bankjes bij een van die ijssalons. Toch weer een beetje kassa voor die hardwerkende ondernemers.

“Krokeledokus”  komt niet alleen natuurlijk. Naast de krokussen komen ook de hyacinten, de narcissen, blauwe druifjes en de tulpen ras te voorschijn zodra de winterse kou het definitief lijkt te gaan afleggen tegen de eerste warme lentezonnestralen. De meeste van onze tuinen hebben die eerste wat warmere dagen nog het aanzicht van woeste toendra landschappen. Lang was de grond in onze voor- en achtertuintjes bedekt  met een sneeuwdeken. Nu die is weggesmolten ogen ze ronduit saai. Geïnspireerd door de fleurige folders van de tuincentra hoop ik dat veel mensen dan ook meteen besluiten daar wat aan te gaan doen. Bij diezelfde tuincentra waar je dan op zaterdag over de hoofden kunt lopen. Overvolle parkeerterreinen waar auto’s worden volgestouwd met de nieuwste tuintrends. Een heerlijke gedachte. Rijen voor de kassa’s. Personeel dat zich te pletter moet werken. Maar dat doet men met een glimlach om de mond. Het is immers lente!
Ik weet het, de berichten klonken anders. “Tuincentra hadden in 2012 circa 200 miljoen minder omzet dan in 2011”. Dat was de sombere conclusie in de krant. Ook de stroom aan nog meer negatief nieuws uit het Haagsche is niet direct hoopgevend, maar toch. Dat lentezonnetje moet bij meer mensen dan alleen bij mij vrolijke, hoopvolle gedachte teweeg brengen. Weg met die donkerte, weg met die somberheid. Niks oppotten dat geld. Oppotten doen we die nieuw gekochte magnolia, over een paar maanden als die fors blijkt te zijn gegroeid. Ja, tuurlijk u houdt het nodige geld achter de hand voor noodgevallen. Maar verder, kom op, geniet van het leven. Geniet van de nieuwe lente. Stop met somberen beste mede Westlanders.

Sjonge wat een pleidooi voor positivisme. Ik schrik bijna van mezelf. En dat terwijl de echte, de  “kalenderlente” pas op 21 maart staat te beginnen. Allemachtig, Krokeledokus is me dit jaar wel erg snel naar het hoofd gestegen. Jazeker, wees blij: de lenter komt!