zaterdag 21 mei 2011

Hanneke van Baalen van alle markten thuis


‘Acteren, studeren, voetballen en fitnessen, werken, ik wil gewoon lekker bezig zijn’

Westland - Komende week, 25, 26 en 27 mei voert toneelvereniging De Plankeniers in de kleine zaal van Westland Theater De Naald (aanvang 20.15) het stuk Sora Moria op. Een bewerking van het oorspronkelijke toneelstuk Peer Gynt uit 1876 met muzikale omlijsting door Carolien Valstar. Een van de spelers die meewerkt aan deze onderhoudende familievoorstelling is de twintig lentes jonge Hanneke van Baalen.

Rare ervaring
Van Baalen is geboren en getogen in Naaldwijk. Na de basisschool ging ze naar het VMBO waar ze de opleiding Zorg en Welzijn afrondde. ‘Als kind wilde ik kapster worden. Vandaar die opleiding. En fotomodel. Maar dat is het allebei toch (nog) niet geworden.’ Daarna deed ze een opleiding beveiliging nivo 2 in Den Haag. Die rondde ze wel af maar besloot dat ook die richting voorlopig toch niet “haar ding” was. Toch heeft ze er geen spijt van. ‘Het volgen van een opleiding in de beveiliging is erg goed voor je kennisniveau. Je krijgt bijvoorbeeld veel wetskennis, erg belangrijk vind ik. Momenteel zit ik in het tweede jaar van de opleiding facilitaire dienstverlening bij het Alberda College in Rotterdam. Een leuke opleiding. Ik heb het erg naar mijn zin. Mijn allereerste stageperiode was bij het Erasmus MC. Daar had ik wel een rare ervaring. Ik had al op diverse afdelingen stage gelopen en moest toen naar de schoonmaak. Daar overkwam me dat ik, nu onderdeel van de schoonmaakgroep, voor anderen niet meer bestond. Kwam ik mensen tegen waar ik kort daarvoor nog mee bij distributie samengewerkt had en bij de beveiliging. Dan zei ik hen gedag maar ze reageerden niet eens, keken me niet eens meer aan. Daar stond ik in mijn schoonmaakpakkie. Een hele rare ervaring.

Portfolio
Op dit moment loop ik stage bij een kunstzinnige instelling. Het OT (Onafhankelijke toneel) in Rotterdam. Daar verzorg ik onder andere de catering. Het is erg druk op het moment. De opera afdeling van het OT is druk aan het repeteren voor Die Jahreszeiten, een coproductie van Opera O.T., het Luxor theater en stichting Operadagen Rotterdam. Eind mei wordt die opgevoerd. Ik ben daar terechtgekomen dankzij mijn rol in “Beste mensen” ons vorige stuk van eind vorig jaar. Ik had een paar foto’s van die voorstelling in mijn portfolio gedaan en de stagebegeleidster pikte dat op. Ze bood me op basis van dat portfolio de stage plek aan bij het OT. Hartstikke leuk omdat ik best wel nieuwsgierig ben naar hoe het bij zo’n organisatie allemaal reilt en zeilt achter de schermen.’

Geweldige regisseur
Hanneke komt uit een cultureel geïnspireerd gezin. Haar vader speelt toneel, haar moeder is een verdienstelijk (amateur)- zangeres en haar jongere broertje speelt gitaar. ‘Ja, hij heeft twee bandjes,’ lacht ze. ‘Een hobbybandje en een eh… ja, hoe noemt hij dat, eh… nou ja, een serieus bandje. Ik heb van jongs af aan best wel wat cultuur meegekregen. Ging al jong met mijn ouders mee naar Waterpop en natuurlijk naar toneeluitvoeringen om mijn vader te zien spelen. De eerste keer dat ik hem zag was in “Niet alle dieven komen ongelegen”. Oh, was Reinier van Mourik ook regisseur van dat stuk? Dat wist ik niet. Leuk hoor. Ik vind Reinier een geweldige regisseur. Hoe hij van iets kleins iets groots kan maken, zijn speelse manier van doen, dat je gewoon je fantasie moet gebruiken. Reinier leert je dat. Al zit je gewoon op een stoel en je gelooft dat je op een schip zit, dan zit je voor de kijker ook op een schip. Hij is daar heel sterk in. Ik hield altijd al van verkleden, vroeger was ik daar best wel veel mee bezig. Dat speelde ik dat ik een prinses was ofzo. Nou, wat dat betreft kan ik in het stuk dat we nu gaan brengen mijn hart ophalen. Het stuk lijkt soms wel op een enorme verkleedkist.

IJdel
Ik ben bij De Plankeniers gekomen via mijn vader. Ik deed al jaren mee met de sinterklaas activiteiten van de vereniging. Als hulpje van de Sint zeg maar. En toen ze voor “Hotline”, een eenakter die op het Westofal is opgevoerd, een figurant nodig hadden, vroegen ze mij. Dat was best wel spannend hoor. Vorig jaar stond ik voor het eerst samen met mijn vader op het podium. Eerst in een kinderstuk en later in het jaar dus bij “Beste mensen” dat we samen met het Theaterkoor 40Forever opvoerden. Ik sta best wel graag in de belangstelling, maar met mate hoor. De zaterdag na “Beste mensen” ging ik uit naar de Waterskihut. Kwam daar in alle drukte een jongen naar mij toe die zei: ‘Ja, ik ken jou, ik heb jou gezien bij “Beste mensen”, jij was de bakkersvrouw’. Dat vind ik dan wel leuk om te horen maar om nou overal en altijd herkend te worden lijkt me toch wat minder. Mijn vriendinnen zijn niet zo van de festivals en toneelstukken. Het soort muziek dat ze op festivals spelen is niet hun smaak en toneel boeit hen ook niet echt. Wel zijn ze vorig jaar naar “Beste mensen” komen kijken en dat vonden ze supergaaf . Ze zeiden: ‘Ja we zien wel veel trekjes van jou in die bakkersvrouw’. Ik hoop dat er volgende week wel weer een paar van mijn vriendinnen en teammaatjes komen kijken maar ik moet het hen nog vragen.’

Voetbal
Ik ben wel een beetje chaotisch, in de zin dat ik van alles tegelijk wil doen. Acteren, studeren, voetballen, fitnessen, werken. Ik wil gewoon lekker bezig zijn. Kan op zijn Westlands gezegd niet de hele dag op m’n reet blijven zitten. Daarom ben ik ook gaan voetballen. Dat is wel een beetje apart. Niemand in mijn hele familie heeft ook maar iets met voetbal, ze kijken bij wijze van spreken niet eens naar het WK. Ze keken dus wel gek op toen ik vertelde dat ik ging voetballen. Een collegaatje die ik ontmoet had bij een vakantiebaantje vroeg of ik daar geen zin in had en dat heb ik gedaan. En voetballen is superleuk. Ik speel bij VV Naaldwijk in het tweede. Ik sta linkshalf of linksvoor en dat terwijl ik stijf rechtsvoetig ben. Een voorzet met links, nee dat ga ik niet proberen. Ook al hebben mijn vader en moeder niks met voetballen, toch komen ze regelmatig kijken.’ Ze lacht. ‘Maar ze komen wel pas in de tweede helft dus ik denk dat ze eigenlijk voor de derde helft komen. Vorige week zaterdag zijn we kampioen geworden, dat was gaaf. Kregen we bloemen en er was champagne. Supersupporter Henk Malestein, mister VV Naaldwijk himself, heeft ons toegesproken. Zijn we op een open wagen door Naaldwijk gereden, eerst naar de Slimmerick, toen naar het Sportcafé op het Wilhelminaplein, onze tassensponsor, en daarna naar de Ouwe Droog. Daar mochten we op het “kampioenen” balkon. Toen we daar stonden kwam er nog een wagen met een kampioenselftal van Westlandia langs, dat was lachen.

Route 66
Voor de toekomst heb ik geen vast omlijnde plannen. Ik wil mijn opleiding afmaken en dan zou ik graag wat reizen. Naar Schotland of op een motor Route 66 afrijden in Amerika, maar ja, ik heb nog niet eens een motorrijbewijs. Is allemaal nog een eind weg. Voorlopig hoop ik lekker te kunnen blijven voetballen en nog een hoop leuke rollen te kunnen spelen bij De Plankeniers. Ook zou ik graag nog een keer naar De Appel gaan om een stuk van dat gezelschap te bekijken. Samen met mijn vader. Lijkt me geweldig. We hebben thuis een eigen bedrijf in potorchideeën. Daar steek ik ook wel eens een handje uit. Vroeger hadden we tomaten maar een jaar of vijf geleden is mijn vader overgeschakeld op die potorchideeën. Best wel leuk werk, een mooie teelt. Stukken minder zwaar dan in de tomaten en stukken schoner ook. Mensen vragen wel eens ‘joh, wil jij de tuin van je vader later overnemen?’ Dat weet ik nog niet zo goed maar het zou me wel leuk lijken. Ik heb echt nog geen idee…’

Verstand op nul
Tot slot nog even terug naar de voorstelling van komende week. Wat gaat het Westlandse publiek van de uitvoering van Soria Moria vinden? ‘Tsja, moeilijk hoor. Het stuk begint met een ruzie tussen Peer en zijn moeder, dan denk ik dat ze snel partij kiezen voor zijn moeder. Ja en daarna komt er een bruiloftsscène die door Peer in het honderd wordt gestuurd. De toeschouwers leren Peer dan al snel kennen als een opschepper die het allemaal niet zo kwaad bedoelt. Volgens mij worden ze gewoon in het verhaal meegesleept. Ach joh, gewoon verstand op nul zetten en kijken…’

De familievoorstelling “Soria Moria” door de Plankeniers met Hanneke van Baalen is op 25, 26 en 27 mei te zien in de kleine zaal van Westland Theater De Naald. Aanvang 20.15 uur. Entree 10 Euro, CJP houders 9 euro. © Tekstbureau Westland – Cent Wageveld)

zondag 15 mei 2011

Izabella Joanna Nowak, een Poolse schone tussen de kassen

‘Ik heb nog nooit voor overlast gezorgd’


Westland - Er wordt weleens gekscherend gezegd dat als alle Poolse werknemers die in onze kassen werkzaam zijn allemaal tegelijk hun biezen zouden pakken wij in het Westland de boel wel kunnen sluiten. Onlangs nog sprak wethouder Weverling van de gemeente Westland zich in een dergelijke bewoordingen uit. Ze hebben zich in een paar jaar tijd zo goed als onmisbaar gemaakt, vooral in de tuinbouw. Maar geliefd zijn ze niet altijd. Dat heeft vooral te maken met de veronderstelde overlast die ze zouden opleveren. Natuurlijk, je zult altijd een percentage hebben waar dat op van toepassing is. Maar om nu meteen een heel volk over dezelfde kam te scheren gaat toch wel wat ver. In een poging het soms wel erg negatieve beeld dat wij hebben van Polen wat te nuanceren spraken wij met Izabella Joanna Nowak, een Poolse schone van 28 lentes jong met een warm kloppend hart voor Westland en de Westlanders, die sinds februari 2005 in ons land woont en werkt. ‘Ik heb nog nooit voor overlast gezorgd’.

Aaronskelk
We ontmoetten elkaar op één van haar favoriete Westlandse plekken. Naast het strand is dat de Japanse Watertuin aan de Grote Woerdlaan in Naaldwijk. Een goede keus, zeker in de lente een ware oase van bloeiende planten. Die keuze is niet geheel toevallig, want Izabella is helemaal ‘gek’ van planten. Van planten, bloemen, bomen. De natuur in het algemeen. In de watertuin laat ze me haar favoriete bloem zien, de Zantedeschia Aethiopica, bij veel mensen beter bekend als Aronskelk. ‘De allermooiste die ik ken.’ Die liefde voor de natuur, is dat van huis uit meegegeven? ‘Nou nee, mijn vader legde - hij is inmiddels gepensioneerd - als zelfstandig ondernemer installaties aan. Centrale verwarming, elektriciteit, loodgieterwerk. Mijn moeder was en is nog steeds werkzaam als administratief medewerker. Die liefde voor de natuur heb ik van mijn moeder en van mijn opa van moeders kant. Opa was elektricien van beroep, maar had tuinieren als hobby. Hij had veel fruitbomen, en ik herinner me dat er altijd veel mensen kwamen om van alles te plukken. Aardbeien, frambozen en appels. Mijn moeder had een eigen volkstuintje waar we onze eigen groenten in verbouwden. We woonden in een appartement met weinig bewegingsruimte. Daarom was ik zoveel als kon bij mijn opa en oma. Daar kon ik heerlijk spelen, had ik de ruimte.

Jeugd
Ik ben geboren in Jasko, een rustig stadje van rond de veertigduizend inwoners in het zuiden van Polen niet ver van de Slowaakse grens. Ik groeide op met een drie jaar oudere broer. Een fijne, onbezorgde jeugd. Omdat allebei mijn ouders werkten ging ik vanaf mijn tweede jaar al naar de crèche, speelde al vroeg met anderen. Toch ben ik graag op mezelf, misschien wel als een soort tegenreactie. Op school was ik niet de allerbeste leerling. Ik volgde de lessen maar deed er niet veel aan. Kon alles goed onthouden zonder dingen te hoeven opschrijven. Dat bracht me regelmatig in conflict met de leraren. Ik ben ook een beetje een rebel. Hou niet zo van opgelegde regels. Op school moest je dit, moest je dat, altijd aannemen wat de onderwijzers zeiden, ook al wist je zeker dat jij het zelf beter wist. Daar heb ik altijd moeite mee gehad. Nog steeds trouwens, ook in werksituaties doet zich dat wel eens voor.

Ierland
Na mijn schooltijd ging ik studeren aan de Uniwersytet Rolniczy w Krakowie (de landbouw universiteit van Cracow) zo’n 150 kilometer van huis. In het 3e jaar op de universiteit moest je een praktijkstage doen. Dat kon in Polen zelf, in Ierland, Engeland of Nederland. Bijna iedereen koos voor een stage buiten Polen, ik ook. Ik wilde naar Ierland, maar iets ging niet goed met mijn inschrijving en tot mijn grote schik werd het Nederland. Dat vond ik erg, zeg. Ik wilde echt niet naar Nederland. In Ierland kon je een half jaar stage lopen en hier maar drie maanden. Dat vond ik erg kort. Bovendien dacht ik dat je in Ierland veel meer kon verdienen. Wist ik veel, ik was nog nooit naar het buitenland geweest, nou ja, een keertje naar Slowakije net over de grens. Ik arriveerde in februari in Nederland, samen met drie andere meiden. Het was een hele ervaring Ik was jong en bang voor alles wat ons te wachten stond. Het viel allemaal reuze mee. Al snel bleek dat we ook in Nederland zes maanden konden blijven. Ook over de verdiensten hadden we, arme Poolse studentes, niks te klagen. We werden goed behandeld, maar de Nederlanders waren zeker in het begin best wel een beetje afstandelijk.

Magister Inzynier
Onze woonplek was een oude gerenoveerde tuinderswoning die bij het bedrijf stond. Toen het lente werd gingen we de omgeving verkennen, winkelen in De Tuinen, naar het strand, naar de zee. Die had ik nog nooit eerder gezien. Prachtig om dat zo vlakbij te hebben. Er kwamen nog meer studenten bij voor hun praktijkstage. In de zomer woonden we wel met acht meiden in dat huis. Klinkt leuk en soms was dat ook best wel gezellig maar zoals ik al zei ben ik erg op rust en op mijn privacy gesteld. Het viel daar dus lang niet altijd mee. Toen mijn verplichte stage erop zat ben ik gebleven. Het werk en de collega’s bevielen me. Al ging ik wel regelmatig met tussenpozen terug naar Polen om mijn studie af te ronden. Dat is ook gelukt. Ik ben afgestudeerd als Master of Sience en ingenieur. In het Pools is dat Magister Inzynier.

Grote tuinen
Wat viel Izabella eigenlijk het eerste op toen ze in Westland kwam wonen en werken? ‘Dat het zo druk is hier, maar vooral de huizen. Dat er zoveel mooie moderne losstaande goed onderhouden huizen staan met grote tuinen eromheen vol bloemen en planten. Geweldig om te zien. En dat er zoveel kassen stonden, niet te geloven. Grappig dat jullie die zelf warenhuizen noemen.’ Ze gniffelt: ‘Voor ik hier kwam hadden we thuis een plattegrond van Westland opgezocht en die kleurde zowat helemaal roze. Vroegen we ons af wat dat dan wel was, nou die kassen dus. Toen ik hier kwam waren er nog lang niet zoveel landgenoten als tegenwoordig. In die begintijd was het een zeldzaamheid als ik mijn eigen taal hoorde spreken in Naaldwijk bij het shoppen of uitgaan. De meeste Polen die in het Westland werken komen trouwens niet uit de streek waar ik vandaan kom, maar uit het noorden en westen. Gek eigenlijk want de werkloosheid is in het zuiden juist het grootst.’

Grof benaderd
Wat vond ze eigenlijk van de Westlanders zelf, buiten haar werkkring, toen ze daar voor het eerst mee geconfronteerd werd? Ze fronst haar wenkbrauwen. ‘Mmm, niet zoveel eigenlijk. Zoals ik al zei, ik was nog nooit echt buiten mijn eigen land geweest. Was niet bevooroordeeld of wat. Na verloop van tijd kwam ik er wel achter dat er verschil zat tussen ouderen en jongeren en hoe zij over ons denken. Als ik die twee met elkaar vergelijk kwamen de jongeren er niet zo goed vanaf. Bijvoorbeeld bij het uitgaan in Naaldwijk. Ik kwam met een groepje Poolse vriendinnen erg graag in het Theatercafé. Daar werden wij naar mijn idee net wat te vaak grof benaderd door Nederlandse jongeren. We werden ook altijd herkend als Pools. Zo merkwaardig, heb ik nooit begrepen. We zien er toch niet zoveel anders uit? Werden we eerst een tijdje aangestaard. Zo erg dat ik soms het idee had dat we van een ander planeet kwamen of zo. Dan weer even later kwamen er van die gasten stoer op ons af met wat Poolse woordjes die ze geleerd hadden. Nou dat waren niet de fraaiste woordjes en dat wisten ze zelf maar al te goed. Dat kwam nooit zo vriendelijk over.


André Hazes
Nee, ik heb ze nooit gevraagd waarom ze dat eigenlijk deden, dat durf ik niet. ik ben een verlegen meisje. Nee, ik negeerde ze gewoon. Maar begrijp me niet verkeerd, Westlanders zijn over het algemeen erg aardige mensen hoor. Ik heb nog een tijdje in Delft gewoond (mijn lievelingsstad) en ben vorig jaar op vakantie geweest naar Italië, naar Toscane, ook een prachtige omgeving. Maar de mensen zowel in Delft als in Italië vond ik toch minder vriendelijk dan ik altijd had gedacht, nee jullie Westlanders vallen reuze mee, echt.’ Dat is hartstikke lief van Izabella en ook nog uitgesproken in onze landstaal want ze spreekt een behoorlijk mondje Nederlands. ( al doen we het interview voornamelijk in het Engels, dat gaat haar toch wat beter af.) Hoe “verhollandst” is ze inmiddels eigenlijk? Ze lacht.
‘Wel een beetje, ja. Ik luister graag naar André Hazes en naar de radiozender 100% nl. Ik heb ook veel gehad aan de website 2bdutch.nl. Da’s hartstikke leuk. Ik ben Nederlands gaan leren, omdat ik dat gewoon leuk vond om te doen. In Crakow heb ik een tijdje les gehad van een Belgische en in Delft op de TH heb ik op cursus gezeten. Het meeste heb ik echter zelf opgepikt via zelfstudie.

Pantoffelhelden
Dan zijn wij ook nog nieuwsgierig naar verschillen. Zijn die er volgens Izabella tussen Nederlanders en Polen? Jazeker, heeft ze ontdekt. ‘Polen praten minder over geld maar als ze er al over praten zijn ze veel opener over wat ze verdienen bijvoorbeeld. En in Polen kan je altijd op ieder tijdstip bij vrienden en bekenden binnen komen vallen. Hier moet dat allemaal vooraf gepland worden.’ Nog meer? Ze gooit haar blonde haren in de nek en vervolgt lachend: ‘Jazeker, volgens mij zijn Nederlandse mannen richting hun vrouw veel gehoorzamer. Het zijn, hoe zeg je dat... pantoffelhelden. Ze zijn ook minder agressief en emotioneel dan Poolse mannen. Maar wel lief denk ik enne, o ja niet echt gentlemen.’ Wel heren, daar doen we het dan maar weer mee. En de Nederlandse keuken hoe is die? ‘Ik heb nog nooit stamppot gegeten, dat hoop ik nog een keer te doen voor ik weer naar Polen terugkeer. Boerenkool, dat lijkt me erg lekker. Wat ik echt heerlijk vind zijn frikadellen. Het liefst met een beetje mayonaise, mmm, heerlijk. Ja, ik weet het, compleet ongezond, moet het ook niet al te vaak eten. Kroketten vind ik vreselijk, alleen de binnenkant al. Dat is het wel zo’n beetje. Ik ben meer van de Italiaanse keuken.

Vooroordeel
Nee, ik vind het niet leuk dat Polen in Nederland worden weggezet als een stelletje dronkaards. Ikzelf drink bijvoorbeeld nauwelijks alcohol. Af en toe een wijntje. Ben ik dus ook een zuiplap? Zo’n vooroordeel stoort me. Ik zal niet ontkennen dat er veel Polen zijn die (te) veel drinken maar dat doen grote groepen Nederlanders toch ook? Ik heb een heel liberaal standpunt niet alleen over dit maar over vrijwel alles. Laat iedereen vrij zijn in zijn of haar doen en laten. Ik stoor me niet aan een ander, laat een ander dan ook accepteren hoe ik ben en wat ik doe. Binnen de grenzen van het fatsoen natuurlijk.

Hart
Nog even en Isabella gaat terug naar haar vaderland. Naar het uiterste zuiden, Het ruige, lege maar mooie berglandschap van Bieszczady, nabij het drielandenpunt Polen, Slowakije en Oekraïne. Daar in een stil bergdorpje gaat ze nadenken over wat ze verder gaat doen met haar leven. Na zes drukke jaren in het volste stukje Nederland. Van beneden zeeniveau naar ruim 1300 meter boven N.A.P. Klinkt toch een beetje als een vlucht, veel verder kan je toch niet weg in Polen? Ze schudt nadrukkelijk haar hoofd. ‘Nee, nee, het is zeker geen vlucht. Privé omstandigheden dwingen mij hiertoe. Maar, ik kom zeker terug. Is het niet om te werken, never say never, dan zeker om collega’s en vrienden te bezoeken. Om de zee te zien en de Japanse Watertuin. Westland is toch een deel van mijn leven geworden en ik heb Westland diep in mijn hart gesloten...’ (Tekstbureau Westland - Cent Wageveld)