woensdag 28 november 2012

Sinterklaas


Eindelijk is het weer zo ver! Sinterklaas heeft zijn zonnige land tijdelijk ingeruild voor het koude Nederland. Dit jaar zette hij voet aan wal in Roermond en al vrij snel werd hij gespot in diverse andere Nederlandse steden en dorpen. Een heerlijk traditioneel feest, dat in vele gezinnen gevierd wordt. 

Zo’n Sinterklaasfeest vraagt veel organisatietalent. Mij is ooit verteld dat de Sint daarom een groep adviseurs om zich heen heeft vergaard. Zo is acteur Bram van der Vlugt wel de meest bekende adviseur van de Sint, maar hij legde onlangs zijn taak neer. Het bracht me op het idee om eens een praatje te maken met één van Sints adviseurs hier in het Westland.  Ik vond er al snel eentje. Een meneer die niet met zijn naam in de krant wilde, maar die ieder jaar meehelpt om in vele Westlandse gezinnen het feest gezellig te laten verlopen. Dat het gezellig is, is niet altijd vanzelfsprekend, aldus deze adviseur. Daar moet soms hard aan gewerkt worden. 

‘Er zijn ouders die de Sint graag langs zien komen als “entertainer”, vertelt Sints adviseur. ‘Ze wachten af hoe hij en zijn Pieten een programmaatje afwerken en de cadeautjes uitdelen. Dat zijn niet de gemakkelijkste gezinnen om een gezellig avondje mee door te brengen. Overigens moet een bezoekje niet langer dan een half uurtje duren, want er wachten nog vele andere lieve kindertjes. Nee, het fijnste is toch wel als de volwassenen de sfeer er alvast een beetje inbrengen door liedjes te zingen en te zorgen voor wat drinken en lekkers. Maar niet voor de Sint en zijn Pieten. Stel je voor, zeg, dat ze bij iedereen iets moeten eten en drinken. Dan krijg je toch vervelende taferelen.  

Daarbij moet gezegd dat het afslaan van iets te eten niet altijd even gemakkelijk is, zeker niet als de Sint al een middag lang het Westland doorkruist met een steeds legere maag. Als dan bij een volgend huisbezoek de overheerlijke geuren van een Indische maaltijd de neus van de Sint prikkelen en de vrouw des huizes vriendelijk vraagt: ‘Sinteklaas ook lekkuh happie mee-etuh? Dan is het voor de grote kindervriend wel eens lastig om, zoals geadviseerd, ‘nee, dank u’ te zeggen. En wat te drinken nemen onderweg is misschien wel lekker maar ook ongewenst. Sint en Pieten die onderweg naar het toilet moeten, dat is gewoon niet handig met al hun kleding… Ik herinner me dat de Sint ooit een sanitaire stop moest maken, achter een elektriciteitshuisje ergens tussen Naaldwijk en Monster en dat één van de Pieten dat zó grappig vond, dat deze het bijna in z’n broek deed van het lachen. Nou dat geeft een smeerboel, hoor! Ook als de tranen van het lachen over de Pietenwangen gaan rollen, da’s niet de bedoeling… En trouwens, wildplassen is verboden, ook voor Sinterklaas. Dat is allemaal opgenomen in de gedragscode die de Nederlandse adviseurs hebben opgesteld.’ 

Gedragscode? ‘Jawel, die wordt ieder jaar opnieuw doorgenomen en aangepast als de wet weer is veranderd. Sinterklaas streeft niet naar een ISO-certificering, hoor, maar hij wil het allemaal wel netjes houden. Wat er in die gedragscode staat?  Niet drinken en al helemaal geen alcohol, niet teveel snoepen en niet wildplassen. En, o ja, ik zou het bijna vergeten: Sinterklaas is bovenal een kinderFEEST. Sommige ouders proberen wel eens of Sinterklaas hun kinderen kan opvoeden, maar daar begint hij niet aan. Als ouders beginnen te klagen over kinderen die hun rommel niet opruimen, die snoepjes pikken, of hun broertjes en zusjes knijpen, dan spreekt de Sint niet de kinderen maar de ouders streng toe. Tenslotte hebben zij 364 dagen per jaar de tijd om hun kinderen op te voeden. Dat gaat de Sint op zijn verjaardag in één halfuurtje, waarin de gezelligheid bovenaan hoort te staan, niet oplossen. Hij is nu eenmaal een kindervriend in hart en nieren.’

Nu is Sinterklaas al heel erg oud. Is er in al die jaren veel veranderd in die gedragscode? ‘Jazeker. Sinterklaas moet altijd goed opletten met wat hij zegt. De laatste wijziging die we hebben toegepast, gaat over het aanspreken van de ouders. Sint kan tegenwoordig niet zomaar meer zeggen, dat kinderen iets aan hun vader of moeder moeten vragen. Die zijn er namelijk niet altijd bij. Voor je het weet, krijgt hij een antwoord als ‘dat is mijn vader helemaal niet, maar de nieuwe vriend van mijn moeder.’ Dat wisselt soms ieder jaar en daar is voor Sinterklaas geen bijhouden aan. Daarom hebben we in de gedragscode opgenomen, dat Sint niet meer naar de ouders verwijst. Hij kan heel goed de namen van de kindertjes onthouden, maar die ouders en hun partners, daar let hij niet op.

Ook mogen Sinterklaas en zijn Pieten nóóit vragen wat een kind nu het liefste cadeau zou willen krijgen. Het is een keer gebeurd dat Sinterklaas in een onverwacht moment toch die vraag stelde. Het kindje keek hem met grote verwachtingsvolle ogen aan en zei: ‘Dat pappa en mama weer bij elkaar gaan wonen.’ Die bleken net gescheiden te zijn. Tja, u begrijpt dat Sinterklaas geen relatietherapeut is en meer affiniteit vertoont met cadeautjes als speelgoed. Maar leg dat een kind maar eens uit. Nee, die vraag zal niet meer gesteld worden aan kinderen. Sinterklaas was er zelf even door van zijn stuk en heeft achteraf een klein traantje weg moeten pinken. Om te voorkomen dat iedereen van streek raakt, hebben we dat ook maar in de gedragscode opgenomen. Kunnen we het tenminste met z’n allen gezellig houden. Want dat is toch bovenal de bedoeling van dit traditionele feest.’ 
Ik was er even ondersteboven van. Wat een boel informatie en talent moeten de Sint en Pieten toch inzetten om het feest leuk te houden. Gelukkig stoelen ze op jarenlange ervaring. Ik ben ervan overtuigd dat het ook dit jaar weer een grandioos feest zal worden! Door Joke en Cent Wageveld © 2012 Tekstbureau Westland

zondag 18 november 2012

WK KassieBouwen

De Finnen bedachten het “WK mobieltjes werpen”, de Schotten het “boomstam werpen” en er zijn zelfs volkeren waar men doet aan competities “dwergwerpen” of “vrouw sjouwen”. Als geboren en getogen Westlander probeer ik alle Westlandse activiteiten zoveel mogelijk op de voet te volgen. Hoe het komt dat mijn aandacht niet eerder uitging naar de verhitte competities die zich afspelen bij het KassieBouwen, is me een raadsel. Ik dacht dat het een leuk spelletje voor kinderen was, dat georganiseerd werd tijdens optredens van de Kromme Jongens. Maar nee, vorige week dook daar opeens, alsof het in een duister hoekje op me zat te wachten, het WK KassieBouwen op: een vurige strijd tussen kassenbouwers die zo snel en zo goed mogelijk een kas in mini formaat opbouwen. Een heuse streekgerichte wedstrijd; Westlandser kan het niet! Een wedstrijd die zelfs internationale bekendheid begint te krijgen, want voor de tweede editie die afgelopen zaterdag plaatsvond, meldden zich twee buitenlandse teams aan. Zowel Polen als Italië namen deel aan het WK KassieBouwen.
Gewapend met pen, papier en een camera bezocht ik samen met een vriendin Hal 458 op het ABC terrein in Poeldijk. Niet te missen, gezien de stroom auto’s die de richting van de hal uit reden, alwaar parkeerwachters iedereen een plekje toewezen. In de hal heerste een gezellige drukte. De inrichting zag er professioneel uit met een heuse jury, een speaker, stands, kinderopvang en natuurlijk in elke hoek een bar waar de nodige versnaperingen konden worden aangeschaft voor dorstige kelen en rammelende magen. Deelnemende bedrijven presenteerden zich in de stands. Bij één van de stands konden visitekaartjes worden ingeleverd, waaruit een winnaar van een hoogwerker getrokken zou worden. Nu heb ik die in het dagelijks leven niet nodig, maar ik zou het wel origineel vinden als ik zoiets won en ik zou er een goed doel voor weten te bedenken. Dus giechelend als jonge meiden wierpen mijn vriendin en ik onze visitekaartjes in de bus. Op weg naar het centrum van de hal waar een wedstrijdterrein was afgebakend en een tribune stond opgesteld, fantaseerden we over het doel van de hoogwerker die we hoopten te winnen. We zouden ‘m neerzetten bij evenementen en er vlaggen aan ophangen van sponsors. We zouden ‘m kunnen verhuren. We zouden ‘m schenken aan een goed doel om er leuke acties mee te verzinnen. Of we zouden hem als decoratie in de achtertuin kunnen parkeren. Hoe we het gevaarte daar zouden krijgen, was van later zorg. Maar we zouden ‘m volplanten met fleurige Westlandse potplanten, afgewisseld met tomatenplanten die tot de top van de hoogwerker zouden groeien. Reikend naar de zon, mooie trossen dieprode vruchten producerend, uitkijkend over De Glazen Stad. Een mens zou er poëtisch van worden, van zo’n hoogwerker. De wedstrijd KassieBouwen moest nog beginnen en we hadden nu al de grootste lol.
Aan de wedstrijd mocht in eerste instantie alleen door professionele kassenbouwers worden deelgenomen, of bedrijven die daar actief in bijdragen. In eerste instantie, want het gebeurt wel eens dat het team ineens voor een klus naar het buitenland moet. En dan gaan zaken vóór het spel. Ja ik weet het, het gezegde is eigenlijk ‘zaken gaan voor het meissie’, maar u snapt wat ik bedoel. En ja hoor, er viel een team uit. Geen nood, een team ISW’ers stond te trappelen van werklust en enthousiasme om het te vervangen. Stoere jongens die zich bekwamen in de metaaltechniek namen met plezier hun plek in. En tot mijn genoegen deden er zelfs twee meiden mee. Dat mag ik altijd graag zien. Denk nu niet, dat de meiden het er slecht vanaf brachten, want zij zetten een uitstekende prestatie neer, dat een groot applaus ontlokte bij het publiek. Overigens een talrijk publiek, want de wedstrijd werd door zo’n 3500 belangstellenden bezocht. De meiden, Lotte van Rijn en Anita Voskamp, hadden in het voortraject al voor leuke PR gezorgd door als mascottes model te staan op een poster, gewapend met hamer en boor. De deelnemers bouwden in een fors tempo een kassie en werden niet alleen op tempo beoordeeld, maar ook op techniek. Geen schroefje mocht ontbreken, want dat kostte puntjes. Het kassie moest volledig in elkaar gezet worden, met een dekraam en een deur en grote reclame uitingen van Stichting De Zaaier, die als initiator van het evenement een flink deel van de opbrengsten tegemoet mocht zien. Maar liefst meer dan 60.000 euro staat deze Stichting te wachten. Sponsors tonen hun maatschappelijke betrokkenheid met de regionale hulporganisatie Stichting de Zaaier, die zich inzet voor agrarische hulpprojecten in Congo. Zodra een team klaar was met het bouwen van het kassie, moesten de werkschorten afgedaan worden en een knop in het centrum van de hal worden ingedrukt. Een inspannende bezigheid, want het zweet stroomde de deelnemers over het voorhoofd.
Na al dit harde werken, stond de deelnemers en het publiek een optreden van ‘Onder 0’ te wachten, die voor de gelegenheid de song ‘Dubbeldik Glas op de kas kas kas’ schreven op de melodie van Jumpin Jack Flash van The Rolling Stones. Wat wil je nog meer tijdens een gezellig Westlands feessie? Raymond Vos en Leon Overkleeft, van Voskamp & Overkleeft constructietechniek uit Naaldwijk, wisten uiteindelijk de felbegeerde Van der Ende WK KassieBouwen bokaal te bemachtigen. Zij mochten de prijs in ontvangst nemen uit handen van burgemeester Sjaak van der Tak. De winnaar van vorig jaar, het team van G-Force/Kasco werd tweede en Certhon uit Poeldijk ging met de derde prijs aan de haal. De strijd werd gestreden door 32 teams. Geen gering aantal. ‘Het zou hartstikke leuk zijn’, bedacht ik na afloop op weg naar huis, ‘als dit initiatief wereldwijd overgenomen zou worden. Een echt WK , geïnspireerd door Westland.’ Nou, als dat geen streekpromotie is… Door Joke Wageveld © 2012 Tekstbureau Westland

woensdag 7 november 2012

Rook waait over het Westland

Nu de dagen korter en de avonden langer worden, vind ik het heerlijk om op de bank te kruipen met een handwerkje of een goed boek. Daar heb ik mijn hele leven al van genoten en da’s nooit veranderd. Met name het lezen van boeken is toch wel mijn grootste hobby. En als dat boek dan ook nog eens over mijn geliefde geboortestreek het Westland gaat, dan ben ik helemaal verkocht. Urenlang kan ik me daarin verdiepen. De geschiedenis van onze streek voert me terug in de tijd en dat geeft me een goed gevoel. Niet omdat ik meen dat ‘het vroeger allemaal beter was’, nee, het is eerder de herkenbaarheid en het ‘o ja, zo was dat toen inderdaad’- gevoel wat ik plezierig vind. Het was me dan ook een waar genoegen dat ik een uitnodiging ontving om aanwezig te zijn bij de boekpresentatie van “Rook waait over het Westland”. Dit beschrijft De Westlandse Stoomtram, het Delflandspoor en de Westlanders van 1881 tot 1970. Een geweldig mooi boek met vele foto’s, geschreven door Hans van Lith. Mede door voormalige schrijfsels van mijn hand over het stationnetje in Naaldwijk, een boek dat goed aan mij besteed is. Ook de aanwezigheid van de inmiddels 97-jarige heer P, Zaalberg, die ik toentertijd tot mijn genoegen mocht interviewen, deed me veel plezier. De oud-stationschef heeft – naast vele anderen – waardevolle gegevens aan het boek kunnen toevoegen.
Een herinnering aan de eerste trein die in Nederland reed, voert te ver terug om in het boek te vinden, want die reed in 1839 van Amsterdam naar Haarlem. Ik herinner me echter wel de geschiedenisles, waarin de meester vertelde dat Nederland op z’n kop stond toen de stoomlocomotief met de welluidende naam “De Arend” het spoor tussen beide steden opende. ‘De adem zou de mensen afgesneden worden als er een locomotief passeerde die een snelheid van wel 30 km per uur kon halen, boeren vreesden dat de koeien geen of zure melk zouden geven en sommigen noemden de trein een regelrechte uitvinding van de duivel,’ sprak schrijver Hans van Lith tijdens de boekpresentatie. Alleen die herinnering aan dezelfde woorden die mijn schoolmeester vroeger in de geschiedenisles vertelde, toverde al een glimlach van herkenning om mijn lippen.
Dat lukte ook burgemeester Van der Tak, toen hij vertelde dat hij tijdens logeerpartijen bij een tante in Rhoon ’s nachts niet kon slapen door het lawaai van een passerende stoomtrein. Nu ben ik geboren en de eerste 10 jaren van mijn leven opgegroeid in de ‘oude’ Jacob van Campenstraat in Naaldwijk, die dwars aan de spoorweg grensde welke gedeeltelijk door de Van der Hoevenstraat liep. Voor kinderen die niet anders gewend waren, niks bijzonders. Een paar maal per dag en ’s morgens vroeg kondigde zich met groot kabaal de komst van de trein aan, die in die tijd enorme wagons met kolen over het spoor vervoerde. Wij hoorden het niet meer, maar logerende familieleden wisten niet wat ze meemaakten, schrokken er wakker van en begrepen niet dat wij het oorverdovende kabaal volkomen langs ons heen konden laten gaan. Tóch hield ik ‘m in de gaten, die trein. Als kind werd het mij en alle buurjongens en -meisjes waar ik graag mee speelde, verboden ons op de treinbaan te begeven. Begrijpelijk, maar stel een grens en wacht af wat er gebeurt… Dit verbod werd maar al te vaak overtreden. Voor zover ik me kan herinneren gelukkig zonder nadelige gevolgen. De trein maakte zoveel herrie, dat we hem al van verre hoorden arriveren en alle tijd hadden de spoorbaan te verlaten. Op die momenten hoorden we het kabaal dus wel.
Hoewel we vroeger ons huisje bij de treinbaan warm stookten met kolenkachels, heb ik me altijd afgevraagd waar al die volgeladen wagons met kolen voor dienden en naartoe gingen. Dat kon toch nooit voor ons kacheltje alleen zijn? Verder dan het huis waar ik woonde, gingen mijn gedachten nog niet. Maar ik weet het nu, dankzij het boek en dankzij de toespraak van de schrijver die vertelde dat die kolen voor de tuinbouw bestemd waren. De trein reed door tot in Loosduinen. In Den Haag was het spoor niet direct welkom. En ja, dan zie ik in gedachten meteen weer de vele schoorstenen die boven de kassen uit torenden. Vele Westlanders weten nog dat de hoeveelheid schoorstenen iets vertelde over de grootte van het bedrijf. Tuinders die voor het eerst kennismaakten met het liefje van hun kinderen, schroomden niet om te vragen hoeveel schoorstenen er stonden op het bedrijf van de vermeende aanstaande schoonouders van hun kroost… Dat het vervoer van groenten per spoor in die tijd (ik spreek over 1964-1969) al op z’n achterste benen liep, kon ik als kind niet weten, maar vernam ik uit het boek.
Terug naar het boek met de geweldig mooie titel “Rook waait over het Westland”. De aanleg van de Westlandsche Stoomtramweg heeft grote gevolgen gehad voor het Westland. Voor de infrastructuur die nog steeds herkenbaar is aan de voormalige aanwezigheid van het spoor (het duidelijkst zichtbaar aan bepaalde fietspaden), voor de reismogelijkheden van de bevolking, voor de handel en bedrijven die konden ontstaan – vooral na de aansluiting op Hoek van Holland waardoor de WSM een verbinding legde met de Harwichboot en vervoer van producten naar Groot-Brittannië mogelijk maakte. Die spoorweg heeft een rijke geschiedenis achter de rug met zowel hoogtepunten als dieptepunten. De soms bizarre aanleg van het spoor vlak langs de huizen in bijvoorbeeld de Choorstraat in Monster doet denken aan Aziatische taferelen waar dit vandaag de dag nog steeds voorkomt. In Hanoi (Vietnam) bijvoorbeeld rijdt de trein, net als dat ooit in Monster het geval was, slechts op centimeters van de bebouwing. Kijk maar eens op bladzijde 234 van het boek, een geweldige foto. Twee wereldoorlogen, crises, concurrentie van het wegvervoer, autobusconcurrentie en goederentransport veroorzaakten uiteindelijk het einde van de goederentram in 1970.
Er was echter nog een tweede railverbinding in het Westland; die van het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze speelde een rol bij de aanleg van de Atlantikwall tijdens de Tweede Wereldoorlog. Weer later werd de verbinding ingezet bij de verzwaring van de zeewering na de Watersnoodramp in 1953. Een rijke geschiedenis, die nu is vastgelegd. In maar liefst 456 pagina’s kunt u genieten en herinneringen oproepen van vervlogen tijden en van tijden die zich afspeelden voordat u herinneringen kon verzamelen. U vindt het boek bij de Westlandse boekhandels. De verkoopprijs bedraagt 55,00 euro. U verwent uzelf hiermee met een kloek boek, een aanwinst voor de koffietafel of de boekenkast en bovenal beslist de moeite van het lezen waard!
Door: Joke Wageveld 2012 © Tekstbureau Westland
Foto Hans van Lith en Burgemeester Sjaak van der Tak: Thierry Schut Fotografie
Foto cover: Cent Wageveld
Gepubliceerd in Groot Westland, 6 november 2012

zaterdag 3 november 2012

Hardlopen

Voor wie het kan, wil ik het echt aanraden: hardlopen. Het is een heerlijke sport. Goed voor lijf en leden en het biedt de kans om in een aardig tempo in het Westland rond te kijken. Dat gebied verandert soms razendsnel, hoewel de stagnerende bouw dat veranderingstempo momenteel vertraagt. Dat vind ik niet erg, want ik hecht aan mooie natuurgebieden en ik heb er al talloze zien verdwijnen. Mijn mooie trainingsrondje in Naaldwijk is momenteel ontoegankelijk vanwege het bouwen van een woonwijk en veranderende wegen. Het zal allemaal wel nodig zijn, maar ik mis het stukje natuur waar ik graag op uitkeek en me in begaf. Die reductie van natuur vindt echter niet plaats in dat gebied waar ik de laatste tijd aan het hardlopen ben geweest (Nou ja “hardlopen”, laten we het in mijn geval maar “joggen” noemen). Mijn trainingen vonden plaats op het strand bij Ter Heijde en Monster onder auspiciën van het Ter Heijde Runners Lopersproject. Een zeer goed georganiseerd project onder begeleiding van deskundige trainers, waarbij ik me al een aantal jaren met groot enthousiasme aansluit.
Sporten op het strand of in de natuur geeft mij energie. Ik geniet van de natuur en van de wisselende seizoenen. Sporten bij Ter Heijde op het strand heeft daar de laatste jaren een extra dimensie aan toegevoegd. Dat strand werd namelijk steeds smaller. Bij vloed werd het vrijwel onmogelijk om nog lekker breeduit met groepen te trainen, laat staan er op een verantwoorde manier nog een hardloopwedstrijd te organiseren. Voor de kustbewoners moet het ook een bedreigend idee geweest zijn, die almaar dichterbij naderende zee. Gelukkig werd daar iets aan gedaan. Als we het over een veranderd gebied in het Westland hebben, dan is dat strand er wel een groot en mooi voorbeeld van. De zandmotor die daar is aangelegd is een trekpleister voor vele toeristen en (water)sporters. Het strand is nu superbreed, een nieuwe uitdaging voor hardlopers, die hierdoor een ruime keuze hebben tussen hard zand, los zand en “moeilijk zand”. Wat dat is? ‘Zand waar je net een beetje in wegzakt, omdat het nog vochtig is. Het lijkt een beetje op een moeras, maar dan anders…,’ aldus een hardloopster die afgelopen zaterdag meedeed aan de BDO hardloopwedstrijd in en rond Monster. Dat klinkt eng, maar er werd na afloop gelukkig niemand vermist, in ieder geval geen hardlopers die half onder het zand begraven werden teruggevonden! Een ware uitdaging, die hardloopwedstrijd, maar de deelnemers van het Ter Heijde Project waren er terdege op voorbereid. Complimenten voor de trainers en de sporters van het project die de uitdaging aangingen op de diverse afstanden. Hier hebben ze de afgelopen drie maanden naartoe gewerkt. Het was koud, maar het zonnetje scheen. Met de wind in de rug gaf de natuur toch nog een steuntje ter compensatie van dat moeilijke zand.
Zaterdag 3 november vindt de laatste training van het project plaats tijdens de terugkomdag in Ter Heijde. Nog eenmaal met z’n allen lekker op dat strand lopen, waar zoveel nieuwe aspecten aan toegevoegd zijn. Nog eenmaal genieten van de vele watervogels die hier hun kostje zoeken, de prachtige schelpen, het uitdagende zand, de mooie golven van de steeds weer van uiterlijk wisselende zee, schitterende wolken, de boten aan de horizon. Wie geluk heeft, vindt er zelfs oude botten van mammoeten, haaientanden, of andere resterende “onderdelen” van eeuwenoude dieren die door het opgespoten zand plotseling bloot liggen. Nog eenmaal met z’n allen en dan weer alleen verder trainen. Wachtend op het project dat voor zowel hardlopers als wandelaars in januari start bij het Wengebied in Poeldijk. Met uitzondering van diegenen die zich aan het lopen van de marathon willen wagen, want die starten eerder. Een ander seizoen, een ander natuurgebied. De trainingen starten in de winter en eindigen tijdens een ontluikend voorjaar. De voorpret is voor mij al begonnen als ik terugdenk aan de voorgaande projecten. Winter- en daarna de voorjaarsbloemen die uit de aarde piepen. Knoppen en daarna blaadjes die weer aan struiken en bomen groeien. Watervogeltjes die druk in de weer zijn met nestjes en jong grut. Wie lekker naar buiten trekt om te sporten kan het allemaal op de voet volgen. En ondertussen werk ik ook nog aan mijn conditie. Ik kijk er nu al naar uit!
Door: Joke Wageveld 2012 © Tekstbureau Westland