woensdag 30 oktober 2013

Van Westlandse druiven naar Griekse Retsina (deel 3)

Ella Kourkoutaki-Boon heeft met verve de Westlandse druiven ingeruild voor Griekse Retsina. Balancerend tussen de Nederlandse en Griekse cultuur weet ze zich uitstekend te handhaven en richt ze op Kreta haar bedrijf ‘It’s all Greek to me’ op (www.its-all-greek-to-me.info). Ella: “Ik voel me geaccepteerd, maar aan de andere kant heb ik de Kretenzers ook geaccepteerd zoals zij zijn, óók de negatieve dingen. Werkend met buitenlanders - niet alleen Nederlanders maar ook veel Engelsen, Duitsers, Zwitsers en Fransen - merk ik dat velen proberen om dingen hier naar hun hand te zetten, mopperend op ‘het achterlijke systeem van die Kretenzers’. Ten eerste werkt dat averechts en getuigt het van weinig respect. Ten tweede kunnen deze mensen beter teruggaan naar hun eigen land waar alles ineens perfect schijnt! Waarom wilden ze immers zo graag naar Kreta? We zijn en blijven een gast en moeten hun levensstijl accepteren. De Kretenzers zijn een trots volk, hebben hun eigen cultuur, zijn erg gastvrij, maar verwachten hetzelfde terug van de buitenlanders die hier komen wonen. Aanpassen klinkt gemakkelijker dan het is. Inleven is een beter woord. Probeer je in te leven hoe het moet zijn voor de originele bewoners en probeer de vastgeroeste gewoonten uit je eigen land los te laten. Zwem mee, houd een open blik voor de verschillen in cultuur en geniet van al het moois. Kritiek kan en mag, maar doe het met respect naar de Kretenzers en trap niet met geweld elke deur in die niet opengaat, omdat jij dat wilt volgens jouw wet en volgens jouw gedachten gang.”
Toen ze nog als zakenpartner met een makelaar werkte, maakte ze soms bizarre dingen mee. Zoals die keer dat ze met een sjeik op pad ging. Ella blikt terug: “Aristotelis Onassis wilde op Agios Pandes een casino bouwen, maar kreeg geen toestemming van de regering. Het is beschermd natuurgebied met veel Kri Kri geitjes, een beschermde diersoort .Op zich kon in die tijd de bevolking van Oost Kreta wel wat leven in de brouwerij gebruiken met het oog op het toen net opkomende toerisme, maar de regering gaf Onassis geen toestemming; er zijn grenzen. Agios Pandes - alle heiligen - is heilig, klaar! Agios Pandes is voor mij ook heel bijzonder, maar op een andere manier. Een aantal jaren geleden had ik een afspraak met een meneer in een duur hotel in Elounda. Ik erheen... meldde me bij de receptie en er kwam beveiliging van meneer de sjeik, zo bleek. Van één van de Arabische Emiraten, hier op vakantie en hij wilde land, veel land kopen. In eerste instantie stond ik even te kijken van al die beveiliging en een meneer in korte broek op teenslippers en met een theedoek op zijn hoofd, maar we werden met alle egards naar een aparte ruimte geleid waar hij informatie wilde. Ik gaf hem die info, het kopen van land voor niet-Europeanen heeft een andere procedure, maar ik liet hem wat foto's zien van land aan zee, het moest groot zijn en rechtstreeks aan zee liggen. Vanuit het hotel wees hij richting Plaka: ’Is dat te koop?’ Nou had ik toevallig in die buurt een ‘berg’ in de aanbieding, maar dat liep stijl af en had geen strand. ‘Laat me zien,’ zei ie... Tijdens onze rondrit wees hij naar het eilandje Agios Pandes. ‘How much?’ vroeg ie. Dat is niet te koop, het is Grieks beschermd natuurgebied. ‘Alles is te koop,’ antwoordde hij. ‘You find out how much and let me know, now you can go.’ “Jammer sjeik”, dacht ik, “niet alles is te koop, Agios Pandes is van ons en van de Kri Kri.” Ik reed een beetje mopperend naar huis, wat een arrogantie! Hoebedoelu alles is te koop! Hoe heerlijk is het dan om thuis te komen, bij een mopperende man omdat de prak niet op tijd klaar is, bij kinderen die alles op zijn kop hebben gezet, maar dat huis is wel van mij, op Kreta! Recht tegenover het onbetaalbare Agios Pandes.”
Op de vraag of het leven op Kreta beter is, antwoordt ze: “Het is overal wat, toch? Nederland is mooi en veel Nederlanders zien dat niet meer door de files, het beleid en hun gemopper. Kreta is ook mooi maar de Kretenzers zien dat ook niet, omdat ze niet anders gewend zijn. Ze mopperen net zo hard. De lonen zijn te laag, de kosten te hoog, de politiek deugt niet. Het is allemaal de schuld van het beleid en de Euro, mopperdemopper… Ik kan genieten van een fantastisch uitzicht, van een onverwachte ontmoeting of bezoek dat niet ‘gepland’ was. Het nog tijd hebben voor elkaar, de gastvrijheid, de veiligheid om alleen over straat te kunnen en je deur open te laten als je er niet bent. De ‘sociale controle’ van buren en vrienden die om je geven, zich natuurlijk overal mee bemoeien maar wel goedbedoelend. Ik houd zelfs op een bepaalde manier van het chaotische op Kreta, alles kan ook ‘morgen’. Dat was even wennen als je uit een snelle efficiënte maatschappij komt. Het leven is nergens ‘beter’ of ‘slechter’. Het is wat je er zelf van maakt.
Hebben de Kretenzers last van de crisis? “Ja,” antwoordt Ella volmondig. Ook haar gezin is persoonlijk geraakt door de crisis. “De mensen hebben het heel zwaar. Voor mijn jongens is het erg lastig om werk te vinden.” Onder andere de reden waarom ze weer bij hun ouders zijn gaan wonen. Ze hebben geprobeerd werk in het buitenland te vinden, maar daar zijn ze niet in geslaagd. “In het buitenland liggen de banen ook niet voor het opscheppen, het is overal crisis en werkloosheid is in andere landen ook een probleem. Nu werken ze een paar uurtjes per dag, niet voldoende om in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De werkloosheid onder jongeren is opgelopen to 43%. Een eigen stek kunnen ze gewoonweg niet betalen. De salarissen worden minder, belastingen en kosten voor levensonderhoud hoger. De verhoudingen zijn zoek. Gelukkig hebben we de ruimte en noem ik het een soort “all-in hotelletje” hier. Al met al hebben we het, in vergelijking met heel veel anderen, zo slecht nog niet. De meeste jongeren van deze leeftijd en ouder wonen nog, of weer, thuis. Die generatie jongeren is de dupe van het wanbeleid van de Griekse regering in hoofdzaak, en het wanbeleid van Brussel op de tweede plaats. De crisis ligt niet alleen in Griekenland, maar is wereldwijd. Het steekt me als er geroepen wordt dat Grieken het afvoerputje zijn van Europa, de oorzaak van de crisis. ‘Weer zoveel miljoen in die bodemloze put van ouzo drinkende luie Grieken,’ lees ik in kranten. Da’s wel een beetje kort door de bocht. Ik word er ook persoonlijk op aangesproken door vooral Nederlanders en vind het moeilijk om in één zin uit te leggen dat de Griekse bevolking niet de oorzaak is van de crisis. Het corrupte beleid ‘van bovenaf’ wel. Griekenland is corrupt, dat klopt helemaal, maar dat heeft wel een oorzaak. Mijn moeder vergelijkt een land altijd met een gezin, en daar kan ik me helemaal in vinden. Als de ouders (regering) kostgeld (belasting) vragen aan de kinderen (het volk) en dat vervolgens verbrassen aan van alles (stiekeme buitenlandse rekeningen voor eigen gebruik) en niet aan eten, een schoon huis en het betalen van rekeningen, dan gaan de kinderen protesteren en betalen ze geen kostgeld meer. Dat is ook kort door de bocht, het hele crisis verschijnsel ligt iets genuanceerder, maar is wel de strekking van de oorzaak van de corruptie en belastingontduiking van het ‘gewone volk’. De hele publiciteit rond de crisis geeft mijns inziens een verkeerd beeld, het is een vies politiek spelletje. Zo hebben bijvoorbeeld Kreta en Cyprus een grote voorraad aan gas en olie in de zeeën rond deze eilanden. Genoeg om de hele Griekse schuld af te betalen. Ik krijg een vieze smaak in mijn mond als ik de ondergang van Griekenland zie gebeuren. Lening op lening en rente op rente. En wie gaat, denk je, die olie boren? Israel is in overleg met Amerika!
Ook op Kreta worden ondernemers uitgebuit door toeristen die menen het voor het zeggen te hebben. Het eiland is erg in trek bij Russen. Die hebben er geen enkele moeite mee om voor artikelen een lager bedrag op de toonbank te leggen dan de werkelijke prijs. Vervolgens lopen ze er gewoon de winkel mee uit. Doe daar maar eens iets aan…” (wordt vervolgd)
Aanvullend Griekenland is de bakermat van de democratie. In de twintigste eeuw heeft Griekenland twee dictaturen, een buitenlandse bezetting en een burgeroorlog doorstaan. Na de rechtse dictatuur van de kolonels werd Griekenland in 1975 een parlementaire republiek. Het land had tot dan nooit een uitgebouwd sociale zekerheidsstelsel gekend. Sociale hulp voor zieken, gepensioneerden, invaliden en werklozen was er haast niet. En dus moest alles wat sociale voorzieningen aangaat, ‘geregeld’ worden. Er was de steun van familie en vrienden of, voor wie het zich kon permitteren, een envelopje in het vuistje. In 1981 kwam de sociaal democratische partij Pasok aan de macht en die maakte een begin met een heel systeem van politiek cliëntelisme, voornamelijk in de publieke sector. Zonder partijkaart geen job, geen sociale bescherming en geen uitkering. ‘Rousfeti’ wordt deze politieke klantenbinding genoemd. Niet alleen Pasok, maar ook de rechtse partij Nieuwe Democratie gebruikt deze methode.

vrijdag 25 oktober 2013

Van Westlandse druiven naar Griekse Retsina (deel 2)

Ella Boon uit Monster ging een tweede proefperiode aan met haar vriend op Kreta. Ook deze periode verliep goed en Ella besloot zich permanent te vestigen op Kreta met haar Manuel. In overleg met de familie werd besloten dat Ella’s zus Marieke de stomerij met de naam ‘Chemisch Wasserij Centra’ over zou nemen. Haar vader blijft nog een poosje op zijn post in de stomerij, inmiddels bijgestaan door Ella's zus Marieke, die de zaak in 1993 van hem overneemt. In 2012 zal Stomerij Centra, na 60 jaar, uiteindelijk de deuren sluiten. Marieke gaat door met haar webwinkel in houten speelgoed, handgemaakte (kraam)cadeaus en hobby- en handwerkmaterialen: www.debonestaak.nl. Dat beide zussen als rechtgeaarde Westlanders een gezonde portie ondernemerszin vertonen moge duidelijk zijn, ook uit het vervolg van dit verhaal.
Ella trouwt in 1988 in Nederland en vertrekt als Ella Kourkoutaki-Boon definitief naar Kreta. In die tijd was dat een hele onderneming. Er was bijvoorbeeld geen telefoon. Als ze even naar haar familie wilde bellen, moest ze naar een OTE kantoor waar ze in de rij moest wachten om aan de beurt te komen. In een morsig kantoortje kreeg ze dan “een lijn” om naar het buitenland te bellen. ‘De teller draaide als een gek’, vertelt Ella, ‘dus ik durfde de gesprekken nooit lang te maken. In 5 minuten probeerde ik dan bij te praten en dan wisten ze in Nederland dat ik nog in leven was, hahaha!’ Een buurvrouw had wel telefoon en via dat nummer was Ella in noodgevallen bereikbaar. Pas toen ze naar Agios Nikolaos verhuisde, kon ze na veel inspanningen “een lijn” kopen van iemand. We spreken dan over het jaar 1991. Ook werd er met ellenlange brieven contact gehouden met het thuisfront. Geen internet, geen computers of laptops, wel fotorolletjes die ontwikkeld moesten worden om foto’s naar huis te kunnen sturen. Het was een tijd waarin Ella niet alleen moeite moest doen om de contacten met haar familieleden te onderhouden, maar waarin ze ook moeite moest doen om een goed contact met de familie van Manuel te krijgen. Ze deed haar uiterste best om de taal en de gewoonten van het land te leren. In Nederland gaf ze o.a. ook danslessen en haar dansvaardigheden komen in Griekenland goed van pas. Dat nam niet weg dat ze soms wel een beetje op de proef werd gesteld…
Ella: ‘Op een dag kwam Manuel thuis met een plastic tas waarin iets zwaars zat. Toen ik erin keek zag ik een hele varkenskop liggen. Volgens Manuel een heerlijk Grieks gerecht en of ik dat maar wilde bereiden. Natuurlijk wilde ik me niet laten kennen en ik achterhaalde hoe je dat moest klaarmaken. De kop moest ‘geschoren’ worden volgens Manuel. Hij kwam niet meer bij van het lachen toen ik met een scheermes en scheerzeep aan kwam zetten. Met dat ‘scheren’ bedoelde hij dat alleen het haar verwijderd moest worden. We kregen de slappe lach! De hersenen waren de delicatesse! “Hij heeft wel veel hersenen,” merkte manlief op. ‘Ja, daar is het nu wel een beetje te laat voor,’ zei ik, en kreeg weer een lachstuip! Daarna moest de kop in mijn oven, maar ja die was niet zo groot als de kop. Wat nu? Na overleg besloten we de kop te halveren en in twee delen te braden. Zo gezegd, zo gedaan. Nee zeg, vielen de hersenen er uit! Wij die er zo goed en zo kwaad als dat ging weer in geschept en hup de hele handel in de oven gezet. Of het lekker was? Ik kan alleen maar zeggen dat ik daarna geen varkenskop meer heb gebraden…’
In 1989 krijgen Ella en Manuel een zoon, Mario. Ze wonen dan nog in Rethimnon. Ze maakt snelle vorderingen met de Griekse taal. Ella: ‘Elk Grieks woord dat ik leerde en gebruikte werd gewaardeerd en verbeterd, soms onder luid gelach, omdat ik het helemaal verkeerd uitsprak. Maar nooit hatelijk of ironisch; ik wilde het leren en werd geholpen. De fouten die ik maakte waren soms zo hilarisch dat we het nog wel eens ophalen als we elkaar weer zien. Elke dag deed ik de boodschappen bij dezelfde winkels, zodat ze wisten dat ik geen toerist was en probeerde ik zoveel mogelijk in het Grieks te bestellen. Wat in mijn geheugen staat gegrift was de plaatselijke groenteboerin. Op een dag kwam ik met mijn boodschappenlijst en bestelde alles in het Grieks, zoals ze me had geleerd. “Bravo!” riep ze. Ze riep er iedereen bij in het straatje met alle winkeltjes, er werd een fles raki tevoorschijn gehaald en we namen er een neut op…’s morgens om 10 uur...!’
Manuel zijn marmer business loopt goed en in 1992 verhuizen ze naar Agios Nikolaos waar hun tweede zoon Marc wordt geboren. Terwijl de kinderen opgroeien leert Ella steeds meer van de Griekse gewoonten. Ze zet zich met hart en ziel in voor de oprichting van een Hollandse school op Kreta, waar kinderen van Nederlanders terecht kunnen in tweetalig onderwijs. Zelf leert ze de taal steeds beter vanuit de schoolboeken van haar jongens. Ze blijft fulltime voor de kinderen zorgen tot ze de leeftijd van 10 en 13 jaar bereiken. Daarna gaat ze voor een makelaar werken en komt steeds meer in aanraking met mensen die verschillende vragen hebben over hoe ze een bedrijf kunnen starten op Kreta, hoe een auto in te voeren, of ze kan tolken bij artsen en waar de beste scholen staan en hoe de kinderen in te schrijven. Veel buitenlanders die zich op Kreta vestigen weten de weg naar Ella Kourkoutaki-Boon te vinden voor hulp. Het ondernemerschap zit haar in het bloed, dus na een poos besluit ze daar haar bedrijf van te maken. (wordt vervolgd)

zaterdag 19 oktober 2013

Van Westlandse druiven naar Griekse Retsina

Vorige keer schreef ik over een immigrante uit Oost Duitsland, die zich heeft gevestigd in het Westland. Ze volgde haar hart en stichtte met (Westlandse) man een gezin. Vond haar draai in onze taal en cultuur en is volledig ingeburgerd. Maar andersom komt natuurlijk ook voor. Zo kwam ik via Facebook een oud-collega tegen die ik jarenlang uit het oog was verloren. Niet vreemd, want zij woont hier al lang niet meer. Groot was mijn enthousiasme toen ik weer contact met haar kreeg. We besloten elkaar te ontmoeten. Niet in het Westland maar op het Griekse Kreta, haar nieuwe ‘thuisland’. We spraken elkaar bij haar thuis en gingen een paar dagen later met haar mee de bergen in. Ze vertelde een bijzonder mooi levensverhaal, dat ik graag met u wil delen…
‘Ellááá’!’ klonk het vanaf een Grieks terrasje in Agios Nicholaos op Kreta. Verbaasd keek Ella Boon om zich heen om te kijken wie haar riep. Nogmaals klonk het: ‘Ellááá!’ En toen zag ze hem zitten. Een Griekse man met lang haar en een snor. Hij gebaarde dat ze dichterbij moest komen, wat ze aarzelend deed. ‘How do you know my name?’ vroeg ze hem. Hij keek haar vragend aan. ‘”Ella” means “come to me”,’ verklaarde hij. ‘Come, sit down and have a drink.’ Ella legde hem uit dat haar naam Ella luidde. Hij keek haar ongelovig aan, maar toen ze haar armbandje toonde waar haar naam op stond, geloofde hij haar. Ze konden er hartelijk om lachen. Ella nam plaats op het terrasje, samen met de vriendin waarmee ze op vakantie was. Ze kon toen nog niet weten dat dit het begin was van een enorme verandering in haar leven. Eén ding is zeker; als de ouders van Ella haar ‘Jolanda’ hadden genoemd, of ‘Petra’… dan had haar toekomst er heel anders uitgezien.
Dit verhaal start zo’n 28 jaar geleden, toen Ella Boon uit Monster net de stomerij van haar vader had overgenomen. Ze had kort daarvoor een relatie achter de rug en was toe aan vakantie. Die boekte ze samen met een vriendin. ‘Even geen mannen, daar was ik op dat moment wel een beetje klaar mee,’ aldus Ella. Toen de knappe Griekse man op het terras aangaf dat hij wel met de dames wilde gaan waterskiën, was Ella dan ook zeer duidelijk. Ze wilde dolgraag waterskiën, want dat was één van haar hobby’s, maar daar wilde ze gewoon voor betalen. Geen ‘gedoe’ en alleen maar lol maken. En daar hield Manuel zich aan, want dat is de naam van de man. ‘We zijn met een groep gaan waterskiën en hebben een fantastische vakantie gehad.’
Ella vertrok weer naar Nederland en stortte zich enthousiast in haar stomerij op het werk. Het najaar viel in en het werd kouder. Met Manuel onderhield ze telefonisch contact. Op een dag rinkelde de deurbel van haar zaak en er kwam iemand binnen. Ella keek op. Daar stond Manuel! ‘Op dat moment dacht ik “shit, hij meent het!”.’ Achteraf gezien werd ik toen pas echt stapelverliefd,’ vertelt ze. ‘Dat hij die hele reis had gemaakt om mij terug te zien…’
Ella en Manuel kregen dus een serieuze relatie. Ze probeerden in Nederland allebei een bedrijf te voeren. Ella de stomerij en Manuel wilde in en met marmer gaan werken. Dat laatste lukte echter maar moeilijk. Het bedrijf was moeilijk op gang te krijgen en bovendien kreeg Manuel heimwee naar het warme Griekenland. De keuze om met Manuel mee te gaan was geen eenvoudige. ‘Ik had immers net de stomerij van mijn vader overgenomen,’ vertelt Ella. ‘Dat laat je niet zomaar even achter.’ Gelukkig bood Ella’s vader uitkomst. Hij stelde voor dat Ella het voor een half jaar zou gaan proberen in Griekenland. In de tussentijd zou hij de zaak in Monster voortzetten. Na dat half jaar ‘proeftijd’ zouden ze opnieuw bekijken wat te doen. En Ella vertrok naar Griekenland. De eerste twee maanden woonden ze in Athene. Daarna vertrokken ze naar Kreta, om precies te zijn Rethimnon. Manuel had haar inmiddels ook een voorstel gedaan. Tijdens een autorit zei hij: ‘Me think, You marry me!’ ‘Niet bepaald romantisch,’ lacht Ella, maar het idee stond haar wel aan.
Het half jaar was al snel voorbij. Ella had het prima naar haar zin op Kreta met haar Manuel. Ze deed haar best de Griekse taal te leren. En Manuel slaagde in Griekenland beter met zijn marmerbedrijf dan in Nederland. De zaken liepen goed, want aan Manuel was gevraagd of hij de kapel in het centrum van Rethimnon wilde tegelen met marmer. Slechts weinigen beheersten de techniek om “rond” te tegelen en Manuel kon dat uitstekend. Die techniek had hij geleerd tijdens werkzaamheden aan paleizen in Saoudi Arabië. Toch bleef Ella’s vader nog voorzichtig en hij stelde voor er nog een half jaar proeftijd aan vast te knopen. Ook dit half jaar zou hij de stomerij nog blijven runnen. Mocht Ella zich alsnog bedenken, dan kon ze meteen terugkeren in haar zaak. Ella stemde in en een nieuwe proefperiode ging van start. (wordt vervolgd)

Strandwandeling

Vaak ga ik op zondagochtend met een vriendin een stuk wandelen op het strand. Deze vriendin komt oorspronkelijk uit Oost Duitsland en is nog opgegroeid in de tijd van ‘vóór de val van de muur’. Aan sommige dingen kun je dat merken. Hoewel ze al lange tijd in Nederland woont met haar Nederlandse gezin, zijn niet alle cultuurverschillen weggeslepen. Ze is zeer gedisciplineerd, maar goed, dat beweert men van alle Duitsers. Ze is echter niet alleen gedisciplineerd, maar ook punctueel. Als ze één minuutje later komt dan we hebben afgesproken, maakt ze haar excuses, terwijl ik nog lang niet het gevoel heb dat een afspraak niet zou zijn nagekomen. Ook vindt ze het belangrijk dat iedereen een bijdrage levert aan de maatschappij. Zonder onderscheid van mannen en vrouwen. Nu vinden de meeste mannen en vrouwen in Nederland dat zeer waarschijnlijk ook, maar ik heb het nog nooit zo nadrukkelijk uit horen spreken. Voor mijn vriendin is het belangrijk dat een vrouw werkt en actief deelneemt in de samenleving. Ze groeide op in een cultuur waarin het gewoon was dat vrouwen fulltime werkten en kinderen naar de crèche gebracht konden worden, in een tijd dat het woord ‘kinderopvang’ voor ons nog bedoeld was voor een enkeling. Als je een studie hebt gevolgd, dan moet je die kennis ook benutten, meent zij. En dat doet ze dan ook. Met een arbeidsethos die past binnen de Westlandse mentaliteit. Een immigrante die werk heeft gemaakt van haar inburgering en zich nu al jaren als een vis in het water beweegt in onze cultuur. Een leuke vrouw, die vriendin van mij. Ze is aardig, vrolijk, slim en zeer opmerkzaam. Het is iedere week weer een feest om met haar op pad te gaan. Elke wandeling sta ik er weer versteld van wat ze allemaal ziet. Waar ik de gewoonte heb om al wandelend in mezelf te keren, roept zij me iedere keer weer bij de les. Behalve die ene keer dat ik bijna in een kuil struikelde. Toen ik foeterend refereerde naar de rare gewoonte van Duitsers om kuilen op onze stranden te graven, kon ze er smakelijk om lachen. Gelukkig heeft ze ook een goed ontwikkeld gevoel voor humor. Zoals ik al opmerkte, roept ze me regelmatig bij de les. Dan heb ik het over wat ze allemaal op het strand ziet liggen. Ongelooflijk wat zij al heeft gevonden. Haaientanden, potscherven, botten van misschien wel mammoeten, de mooiste schelpen, echt van alles. Ze weet het verschil tussen een stuk hout en een bot. Ik zie dat niet direct, maar zij wel. Een tijdje geleden zag ze een draad liggen. Ze trok eraan en onder het zand vandaan verscheen een lange vislijn met een aantaal vervaarlijke haken eraan. Verontwaardigd zei ze dat dat onveilig was voor kleine kinderen en kordaat stapte ze met het visspul naar een vuilnisemmer. Even later wees ze me op overvliegende vogels: ‘Kijk, die ene vogel heeft een streep over zijn buik en die andere niet.’ Ondertussen bewondert ze de golven en Hollandse luchten die iedere week weer anders ogen, maakt daar foto’s van en onderzoekt of ze nieuwe dingen ziet bij de zandmotor waar ze over in de krant heeft gelezen. Bekijkt bij de strandopgang de waterstanden en –temperatuur. Ze is in mijn ogen een natuurmens. Deinst nergens voor terug. Zo vond ze in het voorjaar een jonge vogel in een voortuintje in Ter Heijde. De vogel zat met een pootje verward in iets wolachtigs. ‘Ach, dat jonge beestje kan zo niet vliegen met al dat gewicht aan zijn pootje.’ Ze stapte resoluut met één been over het tuinhekje en pakte de vogel op alsof het haar dagelijks werk was. ‘Pas op,’ riep ik verschrikt, ‘straks pikt ie je.’ Mijn schrik was voor niets, ze had het diertje zodanig vast dat het daartoe geen kans kreeg. Met haar andere hand plukte ze de pluizen uit zijn pootje en ik besloot voorzichtig een handje te helpen. ‘Dat zijn de ouders die je daar hoort,’ zei ze, terwijl ze onverstoorbaar voortging met haar hulp aan het jonge vogeltje. Toen pas hoorde ik het gekras van volwassen vogels boven onze hoofden. Als zij me er niet op zou wijzen, zou ik dat niet hebben opgemerkt. Ze liet het vogeltje weer los toen het van zijn last bevrijd was en vertelde dat het een jonge kraai was. Die veroorzaakten veel overlast, meldde ze. Ook kent ze veel namen van de watervogeltjes die ze bij de zee ziet. In het najaar maken we ook wel eens een wandeling in het Staelduinse bos en wijst ze me op paddenstoelen. Ze noemt de namen en vertelt of ze wel of niet eetbaar zijn. ‘Dat wéét ze allemaal,’ denk ik dan. Hoe? Dat heeft ze van jongs af aan geleerd en ze herinnert zich dat ze eetbare paddenstoelen plukte toen ze jong was. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En dat is het eigenlijk ook. Want waarom leerde ik op de basisschool dat alle paddenstoelen giftig waren en dat je daar beslist niet aan mocht komen? (Wat ik overigens wel uitprobeerde door ze aan te raken, maar proeven durfde ik niet). Waarom leerde ik dat de zee een gevaarlijke kwallenbak was met enge stromingen waarin je kon verdrinken? Geen idee wat me dat moest opleveren, maar gelukkig ben ik op tijd met andere ogen gaan kijken naar dit prachtige stuk natuur dat zich langs onze kust uitstrekt. Dankzij mijn bijzondere ‘natuurvriendin’ kan ik daar veel meer van genieten dan vroeger.