‘Zit’ u al op Facebook? Nee? Ik wel. Alle
voordelen en nadelen op een rijtje gezet, vind ik het een heerlijk
communicatiemiddel. Van al mijn bekenden weet ik redelijk goed wat ze aan het
doen zijn en soms ook niet. Het is maar net wat men wil prijsgeven. En daar zit
een enorme variatie in. Van het koken van een soepje tot en met diepe zielenroerselen,
van het volgen van een studie tot humoristische boodschappen. En vooral dat
laatste kan behoorlijk opwekkend zijn. Na mijn epistel vorige week over
voedsel, viel mijn blik op de volgende Facebook mededeling van Loesje: “Geen
wonder dat mijn prins niet komt, zijn witte paard zit in de lasagne”. Daar kan
ik hartelijk om lachen! En wat dacht u van een foto van een pakketje met
gehakballetjes dat de volgende tekst laat zien: “Kindergehaktballetjes – we
weten in ieder geval wat er in zit”. Die is ook niet mis, hahaha! En nu ik het
hier over heb… heeft u het nieuwsbericht over marketing van voedsel en
frisdrank die op kinderen is gericht ook gehoord? Consumentenorganisatie
Foodwatch wil marketing van ongezond eten en drinken voor kinderen verbieden.
Toen ik het hoorde, dacht ik even dat het een nieuwe ludieke begintekst van
Loesje was. Jammer, maar helaas… ik had het wel degelijk goed gehoord. Ik zal
proberen uit te leggen waarom ik deze actie jammer vindt.
Volgens Foodwatch eten en drinken Nederlandse
kinderen steeds ongezonder en worden ze steeds zwaarder door te zoete, te zoute
en te vette producten. Marketing zou alleen ingezet mogen worden voor gezonde
producten. De directeur van Foodwatch, Bart van Opzeeland, maakt zich zorgen over de consequenties, want
die raken ons allemaal. En wel via de stijgende zorgkosten voor diegenen die
van dat ongezonde voedsel hart- en vaatziekten, diabetes en kanker ontwikkelen,
aldus diezelfde directeur.
En daar begrijp ik nu helemaal niks van. Ik heb
hier toch een aantal vragen bij. Wat doet die rommel eigenlijk in onze
supermarkten? Waarom wordt het niet verboden om ons voedsel zo zoet, vet en
zout te maken? Wat schieten we ermee op als we de marketing aanpakken en de
ongezonde producten nog steeds verkrijgbaar zijn? Of denkt de heer Van
Opzeeland dat de jeugdige consumenten en hun ouders ineens andere keuzes gaan
maken en vergeten hoe lekker en goedkoop ze de producten vinden die ze altijd
al kochten? Zou het hier niet een beetje mankeren aan de moraal van de
levensmiddelenbranche? Maar bovenal: waarom begint de heer Van Opzeeland over
de kosten, terwijl het door de genoemde ziektes veroorzaakte leed voor kinderen
en hun ouders niet is te overzien?
Natuurlijk ben ik een voorstander van gezonde
voeding voor kinderen. Ik wil best een burgerinitiatief als dat van Foodwatch
ondersteunen, maar mag de insteek dan iets anders worden? Voedselproducenten
hebben namelijk geen boodschap aan het uit de schappen halen van junkfood, noch
aan een andere marketingaanpak. Wie rommel wil verkopen, moet ook voor de
consequenties opdraaien. Van mij mag dat streng aangepakt worden met boetes en
hoge belastingen. Tenslotte mogen we ook niet zomaar het milieu vervuilen, dus
ook op ‘fout’ voedsel zou een boete mogen staan. En als die boetes aan scholen
uitbetaald zouden worden, dan hoeven zij geen frisdrankautomaten neer te
zetten, omdat de subsidie te kort schiet… Het is toch eigenlijk te gek voor
woorden wat hier gebeurt?
Totdat hier op wordt ingegrepen zou ik ouders
willen adviseren om eens goed op de etiketjes van voedsel en frisdrank te lezen
wat het product nu eigenlijk aan vet, zout en zoetigheid bevat. Verdiept u zich
eens een klein beetje in het verschil tussen goede en slechte vetten. U zult
verstelt staan wat er met ons voedsel wordt gerommeld als u eens een
vergelijking maakt met de gezondere varianten. Door bewustere keuzes te maken
bespaart u uw kinderen en uzelf een heleboel leed… En die gezonde
keuzemogelijkheden zijn hier in het Westland volop aanwezig. En duidelijk, dat
zijn die Westlandse producten ook. Een paprika is een paprika, een tomaat is
een tomaat, een appel is een appel en een komkommer is een komkommer etcetera.
Daar hebben we geen voedseletiketjes voor nodig die ons al of niet van de
juiste informatie voorzien. Ik ben tenminste nog geen gemalen agrariër in de
boerenkool tegengekomen.