donderdag 27 september 2012

De martelgang naar het stembureau

Het zit er weer op, de martelgang naar het stembureau is voltooid. Het is u bekend dat het me bloed, zweet en tranen heeft gekost om tot een keuze te komen, maar wees gerust, het is gelukt. Na Kieswijzer, Stemwijzer en Kieskompas te hebben ingevuld heb ik nog enkele debatten gevolgd, internetpagina’s gescreend van politieke partijen en toen was het voor mij een beetje duidelijk waar het rode potlood deze keer zou belanden. Vol goede moed met zoonlief naar het stembureau gewandeld. Zo kon ik mooi de dagelijkse beweging en het ouderlijk contact combineren. Toch weer een stukje tijdwinst, want reken maar dat het die jongen aan aandacht heeft ontbroken met al die partijen die ik zonodig moest onderzoeken. Manlief zou later volgen. Vier vriendelijke stembureauleden zaten netjes op een rij om ons te verwelkomen. Er werd grondig nagegaan of we de personen waren die in ons paspoort stonden en waar we de kiespas van hanteerden. Lichte ergernis dreigde te ontstaan, want 50% van de bureauleden kende ik persoonlijk. Wat een poppenkast! Toch wilde ik mijn humeur niet laten bederven, dus met een bevroren glimlachje op de lippen, wachtte ik het stukje toneelspel geduldig af. Na deze keuring mochten we ons naar het stemhokje begeven. Nu heb ik altijd gedacht dat de stem die ik uitbreng onder privégegevens viel, maar op zo’n stembureau denkt men daar toch een beetje anders over. Drie hokjes op een rij en geen gordijntje of andere mogelijkheid om nieuwsgierigen in de rij achter mij te beletten over de schouder mee te kijken. Het papier uitgevouwen en ik moest even zoeken naar de partij die ik van een rode stip wilde voorzien. Wie meekeek, kon door de grootte en breedte van het stemformulier duidelijk zien of stemmers helemaal links of helemaal rechts een partij kozen, of eentje die ergens in het midden stond. ‘Kunt u het vinden, mevrouw?’ klonk het achter mij. Verstoord keek ik om, in de veronderstelling dat de vraag voor iemand anders was bedoeld. Even dacht ik nog dat mijn kennissen achter de tafel me voor de gek hielden. Maar nee, op dat moment was ik de enige mevrouw die een stemhokje bezette en de vraag werd door het onbekende gedeelte van de stembureauleden gesteld. Een onbehaaglijk gevoel rees in mij op. Zag men mij aan voor een ongeletterd persoon? Vroeg men zich af of ik mijn leesbril wel had opgezet? Of werd er van me verwacht dat ik enige spoed zette achter het periodieke kleurwerk? Nu had ik er al uren in gestoken, dus dit kon er wat mij betreft ook nog wel bij. Voor wie moest ik me immers haasten? Er restten nog 3 uur tijd om te kunnen stemmen en de aanwezige kiezers waren in het kantoortje op één hand te tellen. Toch voelde het niet prettig dat men mijn handelingen kennelijk achter mijn rug kon volgen. ‘Ja hoor, ik kan het vinden,’ antwoordde ik beleefd. ‘Anders helpen we even, hoor!’ klonk de stem achter mij weer. ‘Oh my God,’ dacht ik. ‘hoe irritant moet het dan wel zijn als je bijvoorbeeld door de voortschrijdende leeftijd écht wat langzamer bent geworden. Als ik zeg dat ik geen hulp nodig heb, dan hoef ik geen hulp. En het gaat niemand iets aan waarop ik ga stemmen.’ Die laatste woorden kon ik nog net op tijd inslikken. Opnieuw onderdrukte ik enige irritatie en ik zocht weer verder op het stemformulier. Vrijwel direct ontdekte ik nu de partij die ik van een rode stip wilde voorzien. Heerlijk met zo’n potlood kleuren, vindt u ook niet? Moet ie ’t natuurlijk wel goed doen. Die van mij gaf nauwelijks een kleurtje af, dus iets harder geduwd. Een licht roze kleurtje verscheen in het cirkeltje. Als een kleuter, met de tong tussen de lippen, duwde ik nóg iets harder om het rood op het papier te krijgen. ‘Netjes tussen de lijntjes blijven,’ hoorde ik in gedachten de stem van mijn kleuterschooljuf. En ‘niet likken aan de punt, dat is vies’ als de kleur wat feller moest worden. Nee, dat heb ik dan ook maar niet gedaan. Stel je voor, al die likkende kiezers in zo’n stembureau. Ook heb ik de punt van het kleurpotlood niet gebroken. En heb ik de aloude gewoonte om aan potloden te kluiven onderdrukt, iets wat een aantal voorgangers die dag kennelijk niet was gelukt. Toch verlang ik terug naar de stemautomaat. En de geur van vers geslepen potloden op de kleuterschool. Daar was een speciaal slijpmachientje voor dat ik maar al te graag bediende. Het wonder van een slijpmachine is groot voor een kleuter, moet u maar denken. Hele kleurdozen heb ik er in onbewaakte momenten doorheen gejast. Terug naar het stembureau. Eindelijk vond ik het rode resultaat voldoende en ik vouwde het papier weer op. Dat kan maar op één manier, maar op de één of andere manier is dat nooit mijn manier. Ik vouw altijd een beetje anders dan anders. Die neiging heb ik ook met landkaarten. U wilt niet weten welke worstelingen ik al met die dingen ben aangegaan en met hoeveel plezier de navigator door mij is ontvangen. Na enige tijd lukte het met mijn Fröbelwerk in het stemhokje en zelfs binnen het tijdschema van de stembureaumevrouw, want de vraag of het lukte, werd gelukkig niet herhaald. Ik draaide me om en zocht naar een stembus alwaar ik de lange lijst in kon deponeren. In eerste instantie zag ik ‘m niet. En vragen was nu mijn eer te na, dus nog maar eens goed rondgekeken. Plotseling ontdekte ik ‘m. Vlak achter me. In plaats van een mooie ronde, groene ton met de aanduiding ‘stembus’ die je altijd op het televisiejournaal ziet, al of niet met grijnzende politici die voor de foto gedurende 10 minuten een formulier boven de bus laten hangen waarmee ze op zichzelf stemmen, zag ik een grote blauwe kliko achter me staan. Serieus, dit is geen grap, hoewel het wat cynische opmerkingen in me deed opkomen. Een grote vierkante blauwe kliko met een gleuf in het deksel. Vragend keek ik de mevrouw van het stembureau aan: ‘Moet ie híerin??’ ‘Jawel,’ knikte ze alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. ‘Kan ie straks gelijk met de oud-papierwagen mee,’ bromde mijn zoon zachtjes achter me. ‘Tja, of het staat symbool voor wat het waard is,’ fluisterde ik terug. ‘Nou, tot volgend jaar dan maar weer!’ riep een optimistische man die na ons zijn papier in de kliko schoof. Vrolijk zwaaiend naar verbijsterd kijkende stembureauleden verliet hij het pand. Lachend liepen we erachteraan. De volgende ochtend vernam ik op het nieuws dat de stembussen in Leiden afgekeurd waren en niet aan de normen voldeden. Ben benieuwd of daar in Westland ook nog klachten over zijn ingediend. Zo’n martelgang naar het stembureau… je zou er een boek over kunnen schrijven.

woensdag 19 september 2012

Keuzestress

Toen ik voor het eerst van het woord ‘keuzestress’ hoorde, kon ik me er weinig bij voorstellen. Was dat iets voor mensen die teveel geld hadden en niet meer wisten waar ze het aan zouden uitgeven? Of ging het over mensen die weinig te besteden hadden en daardoor niet de keuzes konden maken die ze juist graag zouden willen? Een nieuwe moderne ziekte waar we vroeger nog nooit van hadden gehoord? Inmiddels is het me duidelijk. Het gaat over de enorme hoeveelheid keuzes die we tegenwoordig kunnen maken en dat in de breedste zin van het woord. Van belangrijke keuzes tot onbenullige. Kiezen we voor kinderen (vooropgesteld dat dat gaat lukken), of juist niet. Kiezen we voor adoptie, een draagmoeder of IVF (als het niet lukt via de ‘natuurlijke weg’), of accepteren we kinderloosheid. Kiezen we voor auto A of auto B, of misschien toch maar auto Y of Z? Kopen we aardbeienjam, of wordt het kersenjam? Of bosbessen-, aardbeien/kersen-, pruimen-, sinaasappel-, abrikozen- of citroenjam? En dan als die keus gemaakt is. Nemen we dan de jam van het huismerk, het A-merk, de biologisch verantwoorde of de regionaal geproduceerde. Eten we vanavond andijvie, of witlof, of spruitjes, bloemkool, rode kool, worteltjes, erwtjes of halen we Chinees? Enfin, u begrijpt wel wat er wordt bedoeld. Al met al vind ik het een luxeprobleem, die keuzestress. Wat niet wil zeggen dat ik er geen last van heb… Onlangs kon u al lezen dat de veelheid van politieke partijen en hun wisselende opinies bij mij tot een vorm van keuzestress leiden. Resultaat: ik kies helemaal niks, mijn stem wordt blanco uitgebracht. Iets dergelijks overkwam me ook dit weekend weer. Na een rustige zomer, waarin het enige moeite kostte om interessante artikelen voor de krant te schrijven – de welbekende komkommertijd – worden we nu weer overvallen door een veelheid aan activiteiten in het Westland. De Ooievaarsrun, Monumentendag, de Ride for the Roses en het Ter Heijde Lopersproject vonden allemaal plaats tijdens dit zonnige weekend. Waar zullen we naartoe gaan? En waarom dan wel? Ik kon niet kiezen en er gebeurde uiteindelijk niet veel meer, dan lekker met een boek in de tuin zitten met een drankje en een hapje. Maar ook dan treedt het verschijnsel keuzestress weer op. Nemen we koffie, of thee, frisdrank of toch maar een biertje of een glas wijn? Espresso, Cappucino, Senseo of een ouderwets bakkie uit de koffiekan? Muntthee, groene thee (met of zonder citroen), zwarte thee of één van de vele vruchtenthees. Rode wijn, witte wijn, of rosé. En moet die wijn droog zijn of zoet? Frans, Duits, Australisch… Een frisdrankje met bubbels, of zonder, of liever een vruchtensapje. Koekje erbij, of cupcakes. En wil je dan die met rode, gele, groene, of blauwe accessoires? Of toch maar liever een stukje kaas? En welke kaas dan? Beste mensen het is om gek van te worden! Ik kan me de tijd herinneren dat er maar 1 soort thee geschonken werd en 1 soort koffie. Veel meer dan cola en 7-up was er niet te kiezen, als je van bubbeltjesfrisdranken hield. O ja, toch wel. Een echt Westlands product. “Made in Monster”: Kruk sinas in een kogelflesje of Kruk gazeuselimonade in beugelfles. Die laatste (keuzestress avant-la-lettre) in drie smaken. Geel, rood en bruinig van kleur, champagnesmaak heette dat geloof ik, meteen ook de lekkerste. Wat ik me vooral herinner van dat Monsterse brouwsel was dat er een ongelofelijke hoeveelheid koolzuur aan was toegevoegd. Meteen ook de reden dat je zo’n beugelfles als je die meenam naar je vakantiebaantje in de tuin met de grootst mogelijke voorzichtigheid moest openen. Zo niet, dan spoot de halve fles met kracht naar buiten. Een te grote slok prikkelde meteen je neusgaten tot hoesten en proesten aan toe. Als je de fles aan het einde van de werkdag niet leeg had gedronken kon je de inhoud het best meteen in de sloot spoelen. Een dag later was de kracht er al volledig af en was het niet meer te drinken. Naast die Krukgeneugten was er dan nog aanmaaklimonade en daar deed je het gewoon mee. Een biscuitje of een speculaasje en met verjaardagen was er cake. Wat een gemak en wat een genot. Nooit het idee gehad dat ik iets tekort kwam op dat gebied. En nu ik het over verjaardagen heb: heeft u ook zo’n hekel aan mensen die nooit weten wat ze voor hun verjaardag willen hebben? ‘Verras me maar, ik heb alles al,’ zeggen ze dan. Weet u hoeveel vertwijfelde zoektochten dat oplevert naar een geschikt cadeau? En dat allemaal voor iemand die ‘alles al heeft’? Kent u het verhaal van de lege envelop die in families circuleert? Het gaat tenslotte ook om het gebaar… Je zou het bijna voorstellen. Ook weet ik nog dat de lunchkaart in restaurants bestond uit de keuze voor een tosti of 2 witte boterhammen met kroketjes. Dat vond ik ook al moeilijk, want ik lust vrijwel alles. Moet u nu de lunchkaart van restaurants eens bekijken. Soms moet de bediening wel driemaal aan mijn tafel terugkeren, omdat ik geen keuze kan maken uit al dat lekkers. U zult begrijpen dat de gerechten met allerlei verschillende tapas aan mij welbesteed zijn. Zo proef ik van alles wat en heb ik niet het idee dat ik iets mis, of verkeerd heb gekozen. Maar soms moet er toch een duidelijke keuze gemaakt worden en is er veel geld mee gemoeid. Zodra een apparaat in mijn huishouden het dreigt te begeven, voel ik de druk al toenemen. Mijn echtgenoot en ik zijn namelijk nog van ‘het soort’ dat apparatuur gebruikt, totdat reparatie echt niet meer lonend is. We zullen niet snel iets aanschaffen omdat het zoveel nieuwer, moderner, of uitgebreider is (alsjeblieft niet…). Zo was het onlangs niet lonend meer mijn wasmachine te laten repareren. Na 12 jaar is er ondertussen natuurlijk weer heel veel veranderd, dus met lood in de schoenen stapte ik een plaatselijke winkel met witgoederen binnen. ‘Wij verkopen maar 2 merken,’ begon de verkoper zijn verhaal. Ik begon al een beetje blijer te worden. Twee merken, dat kon nooit moeilijk zijn om uit te kiezen. Laat daar nou net het merk bij zitten dat we naar tevredenheid hadden, dus die keuze was al snel gemaakt. Maar toen… hoe zwaar moet de belading zijn, wilt u eco kunnen wassen, zelf wel of niet de temperatuur in kunnen stellen, de wastijd kunnen inkorten, een hoog of juist wat lager centrifuge toerental etcetera, etcetera. En zo ging het ook met de aanschaf van een nieuwe auto. Ik kon van alles kiezen. Airbags alleen voor mezelf, of ook voor de passagiers, wel of geen airco, navigatie, automatisch remsysteem, parkeerhulp, sportvelgen, ja zelfs wimpers voor mijn verlichting. Het moet echt niet veel gekker worden… En daar hangt uiteraard ook een prijskaartje aan. De autoradio zat er godzijdank standaard bij, dus daar hoefde ik me niet druk over te maken. Toen ik – inmiddels enigszins verwend - vroeg of het dashboard ook in een andere tint kon worden geleverd dan standaard, viel de verkoper even stil. Dat moest ie even navragen. Gelukkig, ook dat kon nog. Dat zou de levertijd echter aanzienlijk verlengen, waardoor ik weer moest kiezen of ik dat wel wilde. Ik kreeg het gevoel dat ik een zelfbouwauto ging bestellen, maar we zijn er uitgekomen. Op de kleur na dan. Ik wilde metallic blauw en dat was niet mogelijk. Ja, u leest het goed: dat was niet mogelijk! Ik kon de man wel zoenen, want ik had een keer geen keuze en moest genoegen nemen met wat er wel mogelijk was. Waarom ik daar zo blij mee was? Het maakt me namelijk helemaal niks uit welke kleur die auto heeft. Als dat ding me maar van punt A naar B brengt en ik er droog en warm in kan zitten, dan is het voor mij voldoende. Zo simpel kan het zijn. Ik vraag me dan ook wel eens af of we zoveel gelukkiger zijn geworden van al die keuzemogelijkheden. Er gaat namelijk ongelooflijk veel tijd inzitten. De keuze voor een bank, ziektekostenverzekering, energieleverancier, telefoon provider… als je het goed wilt uitzoeken kost het zeeën van tijd. En na afloop blijf je twijfelen of het nu toch wel de juiste keuze is geweest, want op verjaardagen is er altijd wel weer een bijdehandje die met veel bluf en misbaar vertelt dat hij het nóg gunstiger heeft weten te regelen dan jij. Met onrust en soms zelfverwijt tot gevolg. Uit onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat we er inderdaad niet gelukkiger van zijn geworden. De markt speelt hier handig op in door mindfullness (aandacht voor slechts één bezigheid) te promoten. Daar las ik ooit iets over in een tijdschrift en dat was goed aan mij besteed. Totdat er ineens meerdere tijdschriften in het schap lagen die over dit onderwerp handelden. Toen kon ik wéér niet kiezen. Maar gelukkig zijn daar nu personal coaches voor in het leven geroepen. Die helpen bij het uitzoeken wat we nu écht belangrijk vinden, zodat we minder stress, tijdverlies en spijt ervaren bij en na het kiezen. Dan is het natuurlijk nog wel even zaak dat u de juiste coach uitkiest. En een gaatje in uw papieren -, telefoon - of digitale agenda om de coach te bezoeken. Joke Wageveld © 2012 Tekstbureau Westland

zondag 9 september 2012

Stemmen

Iedere keer weer is het een tijdverslinder om te bepalen op wie ik ga stemmen. Zo ook deze keer. Op aanraden van mijn vrienden heb ik deze keer eens de StemWijzer ingevuld. Dat kostte me ongeveer 15 minuten, voordat er een uitslag uitrolde. Mijn verbijstering was groot toen ik die las, ik was niet van plan me aan dat stemadvies te gaan houden. Ik begon aan mijzelf te twijfelen, men zegt wel eens dat met het ouder worden de ideeën iets naar rechts verschuiven, maar zo drastisch kon dat toch niet zijn? Nee, zo drastisch kon het inderdaad niet zijn. Het bleek dat er bij iedere vraag een toelichting stond, die ik moest bekijken, zodat de standpunten van de partijen te lezen waren. Daarom nog maar eens de vragen beantwoord. Allemachtig wat een werk. Deze keer duurde het anderhalf uur, voordat ik de vragen had doorlopen. Politiek heeft al heel lang niet meer mijn grootste interesse. Heeft misschien wel te maken met geschonden vertrouwen, maar goed, ik wilde het nog een kans geven. Zo dacht ik onlangs een partij te hebben gevonden die geheel en al bij mijn overtuigingen paste. Nooit zo’n grote partij geweest en nu ineens volop in de belangstelling. Aardige man als partijleider, type Brabantse beer. Leuke babbel, sociaal persoon, enfin u begrijpt vast wel wie ik bedoel. Wie schetst mijn verbazing toen ik vernam dat de beste man had gezegd dat zijn partij de tuinbouw uit het Westland weg wilde halen! Nee, nu niet ineens allemaal van keuze veranderen, want u moet zich niet door mij laten beïnvloeden en zelf bepalen op wie u stemt. Het bleek namelijk daarna weer dat de persoon in kwestie ‘het zo niet had bedoeld’. Hoe hij het dan wel had bedoeld, is mij nog steeds niet duidelijk, maar bij mij is de twijfel dan toch opnieuw gezaaid. ‘Weer zo’n figuur die maar iets uitkraamt om stemmen te kunnen winnen en dan tijdens de regeringsperiode vervolgens heel andere meningen verkondigt,’ dacht ik nog. Mijn vertrouwen in de politici groeit er niet door. Terug naar de StemWijzer. Waar ik een mateloze bewondering voor heb, is de kunst om ontwijkende antwoorden te formuleren. Op een duidelijke stelling als ‘Het tekort op de begroting mag in 2013 niet meer dan 3% bedragen’ volgen bij vele partijen antwoorden, die slechts moeilijk in ‘eens’ of ‘oneens’ van mijn kant zijn om te zetten. Het is soms net of ik een persiflage van Wim Kan op Joop den Uyl zit te lezen, die onderwijl zijn bril afzettend zegt: ‘Twee dingen…”.’ Ik wil best wel invullen dat ik het ergens mee eens, of oneens ben, maar als er geen duidelijke visie van een partij is te vinden die strookt met de stelling, dan rest geen andere keuze dan ‘geen van beide’. De gevolgen worden onvoldoende toegelicht om te kunnen bepalen of ik het er mee eens ben of niet. Meer keuzemogelijkheden zijn er niet, zelfs niet ‘allebei’. Ook met de stellingen zelf kan ik soms moeilijk uit de voeten. Wat denkt u nou van ‘gemeenten moeten zelf kunnen bepalen of de winkels op zondag open mogen zijn’. Ik vind dat de winkeliers dat zelf moeten kunnen bepalen, maar die stelling staat er niet tussen. Of ‘de leeftijd waarom iemand AOW krijgt moet 65 jaar blijven, in ieder geval tot 2020’. Daar kan ik helemaal niks mee, want ik ben van mening dat alle landen om ons heen waar men eerder met pensioen kan, eerst maar eens tot hun 65e moeten gaan werken. Die keuze krijg ik helemaal niet. Ook de stelling dat werkgevers gemakkelijker werknemers moeten kunnen ontslaan, is voor mij niet ter zake doende. Het is maar net in wiens schoenen je staat om daar antwoord op te kunnen geven. Ik ben van mening dat ieder ontslag zorgvuldig moet worden beoordeeld om te voorkomen dat mensen op straat worden gezet, terwijl er nog steeds voldoende winst wordt gemaakt. Ook om te voorkomen dat werkgevers in de financiële problemen komen als ze geen ontslagen verrichten. Wat dacht u van een bedrijf doorlichten op kosten en bonussen, alvorens er een ontslagronde ingezet wordt? Ontslag zou de laatste keuze moeten zijn om een bedrijf gezond te houden. Maar nee, die stelling vond ik er niet tussen… Om een lang verhaal kort te maken: ik heb heel wat keren ‘geen van beide’ moeten invullen. Vervolgens kreeg ik de vraag aan te vinken wat ik belangrijk vind. Daar kon ik een paar punten aanvinken. Ook kon ik aanvinken welke partijen ik mee wilde laten doen in de uitslag. Ja, allemaal aanvinken dan maar, ik weet het ook niet. Ik was erg benieuwd naar het resultaat. U ook? Hier komt ie: ‘U heeft onvoldoende serieuze antwoorden op de stellingen van de StemWijzer gegeven, waardoor geen betrouwbaar advies gegeven kan worden’. ‘Hoezo “onvoldoende serieuze antwoorden”?’ ging het door mij heen. Ik heb anderhalf uur over die test gedaan! En hoezo “betrouwbaar advies”? Alsof er ooit een politieke partij is geweest die na de verkiezingen geen concessies heeft gedaan op hun mening tijdens de campagne. Nou ja… geen betrouwbaar advies is ook een advies. Dan wordt het maar een blanco stem dit jaar. Niet ‘geen van beide’, maar ‘geen van allen’. Hoef ik me ook niet meer druk te maken over het feit dat ‘de politiek’ mijn mening niet serieus neemt. Dat is namelijk wederzijds…

maandag 3 september 2012

Fietsersbrug

Deze keer wil ik het hebben over een fietsersbrug die eigenlijk helemaal geen fietsersbrug is. Hé, da’s gek. En dat in ‘ons aige’ Westland? Jazekerik heb het dan over de voetgangersoversteek tussen de Monnikenlaan en de Hoge Noordweg over de provinciale weg N213, de Burgemeester Elsenweg. Een drukke woon- werkroute voor iedereen die van De Lier naar Naaldwijk wil en verder, of omgekeerd. Druk ja. Zeker sinds de provincie in haar onmetelijke wijsheid besloot het fietspad langs de N213 dat naar kruispunt Bruinsma toeliep (naar de bloemenveiling zeg maar) af te sluiten. De brug is bedoeld voor voetgangers. En voor fietsers en bromfietsers. Die laatste categorie wordt geacht af te stappen, vervolgens het vervoermiddel “aan den hand mede te nemen en te voet den brug te betreden”. Maar, geen hond die zich daar aan houdt. Voor menig fietser is het juist de ultieme uitdaging om op weg naar werk of school de stijve ochtendbenen te testen op hun gespierdheid en zonder af te hoeven stappen het bovendek te bereiken. Westlanders die de brug nog nooit beklommen hebbe,n moeten daarbij weten dat de brug is opgebouwd uit drie steile gedeelten die elk met een tussenplatformpje aan elkaar zijn verbonden. Menig fietser met stoere ideeën over “de brug zonder afstappen even te doen”, moest zich bij het eerste platform al gewonnen geven.
Die fietsersbrug dus. Je vind um mooi of je gruwelt ervan. Liefhebbers van spraakmakende architectuur roemen hem. Noemen hem “de poort van het Westland”, een sieraad voor de streek. En eerlijk is eerlijk, hij ziet er ook buitengewoon streekeigen uit met zijn w-vormige kasdek. Daarnaast is het een feit dat de brug voor meer dingen wordt gebruikt dan simpel de drukke verkeersader, die de Elsenweg nu eenmaal is, over te steken. Menig interview heeft er al op plaatsgevonden en dat is te begrijpen, want zowel aan de linker- als aan de rechterkant heb je daarbij een achtergrond die prachtig zicht geeft op hoe dynamisch ons Westland wel is. Al heeft de komst van een nieuw hoogkap kassencomplex het zicht aan de Monnikenlaanzijde wel wat ingeperkt. Ook zijn er in de loop van de tijd al verschillende trouwreportages geschoten. Verder mogen de trainers van de vlakbij gevestigde atletiekvereniging hun pupillen graag afmatten door hen minstens vier keer heen en terug de trappen op en af te sturen en ik kan u verzekeren dat hakt erin. Het per fiets “nemen” van de brug trouwens ook, want mij is het nog nooit gelukt fietsend boven te komen, zonder halverwege de eerste helling als een razende van mijn fiets te springen om niet om te vallen. Maar het mooiste voorbeeld van multifunctioneel bruggebruik vond onlangs plaats. Acht pizzabezorgers gingen op de foto waarbij wederom ons mooie Westland als levend decor fungeerde. Ook voor fietstoeristen, waarvan er meer Westland aandoen dan u misschien vermoedt, is de brug wanneer ze eenmaal boven zijn gekomen een onverwachte extra bonus. Niet zelden blijven ze zittend op hun zwaarbeladen toerfiets op weg naar Monster of Hoek van Holland minutenlang stil genieten van het uitzicht. Westland lelijk? Onzin! Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Voor ouderen, moeders met kinderen, onsportieve schoolkinderen, naaldslanke tengere pubermeiden en mensen met een lichamelijke beperking is de brug een crime. Niet zelden moeten alerte voorbijgangers een handje toesteken, omdat de actieradius van een scootmobiel niet opgewassen is tegen de te nemen hoogte en dreigt het vervoermiddel met bestuurder en al achteruit te rijden wat tot grote ongelukken kan leiden. Stoere mannenhanden duwen in een dergelijk geval het gevaarte in één ruk naar boven en de eigenaren van die handen houden desgewenst ook nog even een wakend oog bij de afdaling. Ook moeders met kleine kinderen hoeven nooit lang te wachten op hulp want het zinnetje ‘zal ik u effe hellepe’, zit bij ons Westlanders ingebakken. En dan heb ik het nog niet gehad over het kriskras moeten oversteken van plateau naar plateau, terwijl er stoere tegenliggers naar beneden komen rijden. De constructie van de fietsersbrug is mooi voor het oog, maar een drama qua veiligheid. Gelukkig lijkt er licht aan de horizon voor de categorie gebruikers die problemen heeft met de beklimming. Het gerucht gaat dat de provincie terugkeert op haar schreden en het fietspad langs de N213 weer in ere gaat herstellen. Over de verlengde veilingroute die ter hoogte van Vlietboerderij aanhaakt op de Elzenweg zou dan een minder steile ‘fietsvriendelijke’ brug worden geplaatst. Nou, dat zou mooi zijn. Een zegen voor iedereen die zonder gevaar voor eigen leven naar Naaldwijk of De Lier wil fietsen en weer terug. © 2012 Tekstbureau Westland