Goed, ergens in het midden van
die nulties dus was er opeens het ‘ik heb zoiets van’ virus. Het leek lange
tijd onuitroeibaar en je kwam het overal en nergens tegen. Iedereen leek wel ‘ik
heb zoiets van’ te hebben. Caissière: ‘Wilt
u zegeltjes?’ Klant: ‘Nah, ik heb zoiets van… doe maar niet’. Van dat soort conversaties. Het verdween weer
net zo plotseling als het was opgedoken en we hebben er de rest van de nulties
geen last meer van gehad, op een enkele die-hard na die vond dat hij/zij ‘ik heb zoiets van’ toch niet zomaar uit het
taalgebruik kon verbannen.
Goed, het begon dus ergens
midden vorig jaar op te vallen. Een nieuwe trend. Misschien is het u ook
opgevallen. De opvolger van ‘zoiets van’. Ineens was alles en overal ‘super’. ‘Super
bedankt hoor, dat ging super zeg, we hebben een superweekend gehad, hij rijdt al
superlang in die auto rond’. Zomaar een paar van talloze voorbeelden die ik u
kan geven. U kent er zelf vast ook nog wel een paar. Overal wordt tegenwoordig
het woordje ‘super’ aan vastgeplakt. In mijn tijd – sprak de oudere dame - was dat wel een stukkie anders. Toen was nog
lang niet alles super. Die erenaam was slechts voor weinigen weggelegd. Zo was
er benzine super. Kom daar nog eens om bij het tanken tegenwoordig. Je hebt nu
95 en 95 groen en 98. Toen had je ‘gewoon’ super. En verder waren er stripfiguren met de naam Super. Zoals Bul
Super, een sigarenrokende zakenman/misdadiger uit de Tom Poes strip en
natuurlijk Superman himself, een superheld geboren op de planeet Krypton. Weer wat
later sloten we een figuurtje in het hart met de naam Super Mario. Het ging
hier om een loodgieter die je in allerlei computerspelletjes de meest
onmogelijke dingen kon laten uitvoeren. Dan behaalde je punten en kwam je in
een hoger –moeilijker- level terecht in zo’n spelletje. En natuurlijk hadden we
de supermarkt en de buurtsuper. Tegenwoordig in het namentijdperk zegt men niet
meer ‘schat ik ga even naar de supermarkt’ en is in dit supertijdperk dat woord
juist verdwenen. Anno nu gaan we naar Appie, of de Jumbo.
In ons eigen Westland was het
woord ‘super’ trouwens in de tijd dat het nog niet te pas en te onpas werd
gebruikt, al wel veelvuldig in gebruik. En dan vooral in het lieflijk tegen ‘de
Daik’ gevleide “United States of dé
Maasdijk”. Daar was (en is) de
uitdrukking ‘superdik’ al jaren onderdeel van de dagelijkse spreektaal. Toch
weer een teken dat het grapje ‘het is twaalf meter lang en gaat terug in de
tijd’, antwoord: ‘de bus naar dé Maasdijk’ niet op waarheid berust. Ze zijn wel
degelijk van deze tijd daar bij de Barn. U weet niet (meer) wat de Barn is?
Denkt u daar dan gedurende het net nieuw begonnen superjaar 2013 maar eens
rustig over na. Want, een superjaar gaat het worden. In uw privéleven en op
zakelijk gebied. Zeker weten. En dat is u allen van harte gegund. Ook óm ons
heen wordt alles supergeregeld dit jaar. In Naaldwijk worden alle inwoners
superblij met een nieuwe moskee en daarnaast als bonus niet één maar zelfs twee
gemeentepaleizen. Tenzij natuurlijk een raadsbrede supercoalitie alsnog zand in
de motor gooit. (Dan krijg je namelijk een zandmotor, niet echt een superidee
dus). Kern ‘s-Gravenzande krijgt eindelijk haar lang beloofde super-de-luxe
winkelcentrum. Ook in Kwintsheul wordt komend jaar een aanvang gemaakt met de
realisatie van een nieuw centrum met supermarkt. In Monster gaan ze eindelijk
eens genieten van dat supermooie kerkgebouw aan de Kampschoërstraat. Kortom
2013 wordt voor ons allen een superjaar. Geniet er van!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten